In het eerste kwartaal van 2013 interviewden we 13 mensen uit Tilburg over hun visie. In deze ‘13 Visies op de Stad 013’ kwamen bekende en onbekende Tilburgers aan het woord over hun werk en leven en waar zij zoal in de stad tegenaan lopen.
In deze tweede serie van 13 interviews vragen we 13 Tilburgse politici om op deze visies te reageren. Zijzelf kiezen één van de visies en wijzelf kiezen er ook één voor hen uit. Alle 13 zitten nu in de raad en willen graag bij de verkiezingen in maart 2014 weer herkozen worden.
Eric Logister is sinds 2010 gemeenteraadslid voor D66 en hij werkt voor zorgverzekeraar CZ in Tilburg. “Ik woon, werk en leef in de stad en voel me betrokken, daarom wilde ik lid worden van de raad en stel ik me weer verkiesbaar voor een nieuwe termijn. Op die manier kan ik veel bereiken en dingen anders doen. Dat wil niet zeggen dat alles heel slecht gaat in Tilburg. Maar we moeten ook niet vergeten om te genieten van al het goede, in Tilburg vergeten we dat nog wel eens.” vertelt Eric. “Vanwege die betrokkenheid werkt ik bij voorkeur bij een non-profitorganisatie, voorheen werkte ik bij defensie en nu bij CZ. Veel mensen weten niet, dat een zorgverzekeraar een ‘onderlinge waarborgmaatschappij’ is, die wordt bestuurd door een ledenraad, net als de gemeente. Een waarborgmaatschappij maakt in principe geen winst. Maar dit verhaal is moeilijk uit te leggen aan mensen, omdat iedereen in Nederland verplicht verzekerd is en de premies elk jaar omhoog gaan.
De belangrijkste vraag van zorgverzekeraars is dan ook: “maak de zorg goedkoper”, want als we niks doen aan het almaar duurder worden van de zorg, houden we dat niet lang meer vol. Het is ook een fabeltje dat de zorg duurder wordt vanwege de vergrijzing. Ouderen hebben niet eens veel meer zorg nodig dan andere mensen. Maar op het moment dat ziekte je treft, wil je niet nadenken over efficiënt en goedkoop, dan wil je alleen maar zo snel en zo goed mogelijk geholpen worden. Wat wel een probleem is, is dat een grote groep mensen geen zorgpremie betaalt. Op dit moment gaat het over ongeveer 300.000 mensen in Nederland. Dan heb je het wel over 30 miljoen euro per maand die niet betaald wordt, terwijl mensen in armoede recht hebben op zorgtoeslag, dus het hoeft niet zo te zijn dat mensen door de zorgpremie in de problemen komen.”
“Gelukkig hebben we nu eindelijk de groep werkende armen en zzp-ers ook in beeld. Toen wethouder Auke Blaauwbroek vorig jaar nog zei, dat zzp-ers geen hulp nodig hadden omdat die een accountant hebben, werd ik ontzettend kwaad. Mensen in armoede, die met betalingsachterstand te maken hebben, die help je niet door ze af te sluiten van gas, licht en water en ze van alles af te nemen. Daar doorbreek je de armoedecirkel niet mee. Mensen raken algauw het overzicht kwijt en worden verrast door rekeningen die binnenkomen, die ze niet hadden verwacht en niet kunnen betalen. Dan is het een normale, menselijke reactie om je daarvoor af te sluiten en enveloppen niet meer te openen.
Dat zie je ook in het verhaal van Leon Vermeulen. Maar de rode draad in zijn verhaal is de eigen kracht. “Ik los het zelf op.” dat vind ik erg krachtig. Maar ik vind ook dat hij zichzelf te kort doet door geen gebruik te maken van de schuldhulpverlening. Hij heeft heel veel gedaan voor de samenleving. Doordat hij geen gebruik maakte van regelingen die er zijn, was hij niet in beeld bij de gemeente. Juist daarom moeten we niet alleen naar de armoedemonitor kijken, die we net weer hebben gemaakt, maar we moeten vooral ook in de stad kijken, wat zich daar afspeelt. Want armoede is per definitie verborgen. Daarom hebben we ook tegen Auke gezegd: “Ga met Pater Poels praten, want hij komt op plaatsen en ziet mensen waar wij als overheid niet kunnen kijken.“
Een ander voorbeeld om armoede te voorkomen is emancipatie. “Het rapport van Feniks ‘Het vrouwelijk gezicht van armoede’ laat zien dat een groep vrouwen de keus heeft gemaakt om te stoppen met werken om voor de kinderen te zorgen. Als mensen daar zelf voor kiezen, sta ik daar op zich achter. Maar vervolgens eindigt een derde van de huwelijken in een echtscheiding, blijven meestal de moeders alleen achter met de kinderen, missen dan werkervaring om aan een baan te kunnen komen en vervallen vervolgens in armoede. Ik vind dat we daar als overheid iets aan kunnen doen.”
“Dit alles heeft niks met de crisis te maken. Met de keuzes die we nu maken, veroorzaken we de problemen die we over 10 jaar krijgen. Het is een proces geweest van tientallen jaren dat we alles in organisaties hebben gestopt. We hebben in het verleden met elkaar keuzes gemaakt, die niet langer houdbaar zijn. Van een samenleving waarin het gezin en de familie voor elkaar zorgden, hebben we organisaties opgebouwd om zaken voor ons te regelen. Kinderopvang bijvoorbeeld, dat is nu een drama. Het is zo duur geworden, dat het niet meer loont om te gaan werken. Maar we hebben dit vroeger zo afgesproken, het is een keus die we met z’n allen hebben gemaakt.”
“De crisis is niet de oorzaak, maar maakt alles nu wel sneller zichtbaar. We moeten nu andere keuzes gaan maken. Landelijk is er nu een beweging ingezet om dit weer ‘terug te organiseren’. Daar is een cultuuromslag voor nodig. Ken je de uitdrukking “Culture eats strategy for breakfast?” [Peter Drucker, management-adviseur uitleg] Cultuurverandering duurt jaren, maar daar is de crisis een kans in. En uiteindelijk moeten we dit op gemeentelijk niveau gaan uitvoeren en met veel minder geld dan tot nu toe, anders hebben we een financieel probleem.
Binnen D66 zijn we al vier jaar bezig met het veranderen van stelsels. Ook cliëntenraden zeggen “We kunnen veel op eigen kracht, maar de zorginstellingen hebben we wel nodig.” Wat me in de gesprekken met mensen aangrijpt, is de vraag zoals laatst een oude vrouw stelde: “Trekt er straks nog iemand mijn steunkousen aan? Mijn buurvrouw heeft daar geen tijd voor.” Dat raakt me, de afhankelijkheid van mensen. Daar ligt ook een link met het verhaal van Frank van Boxtel, [kader met link naar interview] over de regiotaxi. Mensen hebben de hulp echt nodig. Die 13% taxi-ritten die fout gaan, en hij geeft zelf ook toe dat dat echt beter moet, die raken mensen echt. Het valt me ook op, bij de no-show-ritten, dat het dan de hulpverlener is, die vergeet te bellen. Daar kunnen die mensen dus niks aan doen.
In het schema van Frank van Boxtel zie je de schotten terug, die we hebben gemaakt. Daardoor wordt het systeem moeilijk bestuurbaar, want het is ondoorzichtig voor mensen. Hier ligt weer een verbinding met het verhaal over armoede: ook daar hebben we schotten gemaakt en is het systeem ondoorzichtig door allerlei regelingen. Daardoor krijgen mensen te maken met rekeningen, waar ze geen rekening mee hebben gehouden en ontstaan betalingsproblemen. We moeten slimmer zijn in het mensen helpen om zelf hun problemen op te lossen, bijvoorbeeld zoals Ralf Embrechts met zijn keukentafelgesprekken doet in Groenewoud. We hebben te maken met mensen in problemen… geen cases. Mensen zijn geen cases!”
“Ken je de website regelhulp.nl? Stel: moeder wordt ziek. Dan kun je via die website uitzoeken hoeveel en welke loketten je af moet om de hulp te krijgen die je nodig hebt. Ik ben het met Ralf Embrechts eens, dat we naar één loket moeten. Leon Vermeulen heeft in feite zelf dat ene loket ‘gespeeld’. Het gaat er om, dat we de oorzaak van een probleem oplossen en niet alleen het probleem zelf. Soms hebben mensen een duwtje nodig, soms een flinke zet.”
“Eigen kracht is mooi, maar het gevaar hiervan is, dat er mensen worden vergeten. Dus moet je ervoor zorgen dat je een solide vangnet hebt waarmee je mensen opvangt, maar waar ze niet in verstrikt raken. We hebben een aantal regelingen waarbij mensen verstrikt zijn geraakt in het vangnet. Dit vangnet veranderen is een emotioneel proces voor mensen en er blijven altijd mensen die dat vangnet nodig hebben. Daarom is aandacht voor mensen met multi-problematiek nodig, om mensen te helpen met het oplossen van problemen. Het is ook niet zo gek dat mensen kwaad worden op de overheid. Er is met grote stappen veel veranderd en nog steeds verandert er veel en het gaat heel snel.”
“Aan de ene kant is het goed dat we een verzorgingsstaat hebben gecreëerd, aan de andere kant zit er een dikke plus op waarvan je je mag afvragen of je dat wel wil, omdat het niet effectief is. Het gaat er om, dat we met z’n allen dezelfde focus hebben. In deze stad zijn maar liefst acht organisaties die bezig zijn met participatie en armoedebestrijding. Als je hen vraagt: “Wat doen jullie? Wat is de focus?” dan krijg je te horen dat ze allemaal hetzelfde doen en daar hebben we een probleem. Elke organisatie wil zichzelf in stand houden, dat is logisch want ze geloven in hun doelstelling. Dat zie ik positief. Het nadeel is wel, dat mensen in een trajecten carrousel belanden. Elke organisatie moet afgerekend worden op prestatie. Dus niet meer: “hoeveel mensen stromen in een traject?”, maar: “Hoeveel mensen stromen er uit?” Die organisaties hoeven ook niet meteen te fuseren, maar regelen dat ze samenwerken! Dit is de eeuw van de netwerkorganisaties. Dat is de kern van de grote kentering die we nu meemaken, dankzij de crisis.”
“De Startersbeurs, van Ton Wilthagen [kader], is gericht op een bepaalde doelgroep: jongeren tot 27 jaar. Het zou zonde zijn als iemand goed is opgeleid en dan een gat in zijn CV krijgt door gebrek aan werkervaring. Ik kijk er positief tegenaan. Veel bedrijven zijn met maatschappelijk verantwoord ondernemen bezig, ook al zeggen ze dat niet altijd hard op. Die werkgevers willen graag een student een kans geven, zonder dat zij zelf uitbreidingsplannen hebben. Het is meer dan een stage. Het zou een verdringingseffect kunnen hebben als dit het enige middel is dat je gebruikt. Daarom moet je de koek groter maken: meer banen creëren.
En natuurlijk, opleidingen moeten veel dichter tegen bedrijven komen te liggen, arbeidsmarkt en het onderwijs hebben de Vakschool weer nodig die er vroeger was. Dan worden jongeren weer opgeleid voor een vak en ligt er direct een verbinding met het bedrijfsleven. Ook moeten we mensen ervan doordringen, dat het noodzakelijk is om een vak te leren. Nu moeten kinderen te jong een schoolkeuze maken en kiezen ze vooral een leuke opleiding. Veel jongeren maken daardoor een verkeerde schoolkeuze, dat is de belangrijkste oorzaak van schooluitval op 16 à 17 jarige leeftijd. Kinderen tot en met MBO-niveau moet je daarom goed begeleiden in het maken van een keuze en gelukkig wordt daar nu steeds meer aan gedaan. Door jongeren kennis te laten maken met bedrijven en door korte stages, zodat ze kunnen ondervinden wat een beroep inhoudt.
En fouten maken mag, maar laat jongeren dan bijvoorbeeld instromen in een bedrijf als gezel, die wordt opgeleid door een meester. De vakschool zat vroeger in het bedrijf. En bedrijven willen best investeren in personeel, want ze verdienen het ook weer terug. Hier hebben we het Rijk niet voor nodig, dit kunnen we op lokaal niveau regelen. De rol van de overheid is vooral het leggen van de verbindingen tussen onderwijs en ondernemers en het aanmoedigen van innovatie door middel van project-subsidie, alléén voor innovatie.
Een voorbeeld hiervan is netwerkorganisatie PLATO. Dat is een organisatie van het Midden- en Kleinbedrijf en is nu bezig met het oprichten van een Export Academy: PLATO Export, waarmee die bedrijven de exportmogelijkheden willen verbeteren. Innoveren is nu moeilijker dan 20 jaar geleden. Als bedrijfs-coach help ik bedrijven om die omslag te maken.
Ook Diamant, het Werkbedrijf, is bezig met innovatie: deze moet in de toekomst de hele regio gaan bedienen. Daarom heb ik aan de wethouder gevraagd of die regio dan gaat samenvallen met de onderwijsregio. Ik vind dat die regiogrenzen gelijk moeten lopen, zodat voor mensen duidelijk is waar ze moeten zijn en wat ze kunnen verwachten. Dit is gevoelige materie: ben maar die WSW-er die in onzekerheid raakt over zijn werkplek. Diamant is al jaren mensen aan het opleiden, maar hoe moet Diamant nou zijn eigen broek ophouden? Daar moeten we zorg voor dragen als overheid.
Re-shoring (het terug halen van laagbetaalde arbeid, doordat bedrijven terug naar Nederland verhuizen) kan bijdragen aan meer werkgelegenheid. Maar als overheid kun je dat voor een bedrijf niet regelen. Wel kun je de stad aantrekkelijker maken voor bedrijven om zich hier te vestigen en je kunt onderscheidend zijn qua arbeidsmarkt. Dat kan op twee manieren. Bedrijven kijken óf naar kwaliteit en willen goed opgeleid personeel, óf ze letten op de prijs en willen laag betaald personeel. Maar aan loonkosten kunnen we niks doen, dat kan alleen op rijksniveau geregeld worden.
En soms gebeuren dingen gewoon en moet je er als overheid van af blijven.