Een beetje jennen, plagen en prikkelen. Ik mag dat graag doen, een naïeve politica aansporen even na te denken, of een domme ondernemer boos maken.
Ironie is immers aan veel Tilburgers niet besteed, reageerde een van de lezers van deze rubriek al eens.
Een voorbeeld.
Tank 10 liter diesel, in mijn geval, bij een van die stompzinnige pompen in de stad waar op het uithangbord staat dat je 12 cent korting ontvangt. Per liter.
Dan naar de kassa lopen. ‘Mag ik die 1,20 euro van u?’
Snappen ze niet! Hoezo, 1,20 euro? Dan verbaasd uitroepen: ‘Van die korting!!’.
Die zit al in de prijs van 1,32 per liter, zegt zo’n pomphouder dan, na lang en diep nadenken.
‘Net over de grens is de diesel anders slechts 1,13 euro per liter, ga ik daar voortaan heen…..’
Wat is in hemelsnaam politiek?, vraag ik regelmatig op feestjes als de stemming even te lollig dreigt te worden. Zelfs verjaardagen dienen enige diepgang te houden?
Accepteert onze politiek kinderarbeid? Komen onze politici op voor de belangen van alle burgers, of alleen maar voor de overtuiging van hun eigen club?
Natuurlijk zijn alle politici in naam tegen kinderarbeid.
Maar..
‘Zo’n meisje zorgt wel dat haar kleine broertje te eten heeft…’
‘Onze middenstand moet wel een toekomst hebben…’
‘We hebben een trekker nodig voor het rondje winkelen….’
‘Wij kunnen ons niet bemoeien met de bedrijfsstrategie van zo’n concern…’
Dat heet ‘flexibel zijn’. Dat is politiek.
En wat als je daarin een eigen mening hebt?
Tja, dan heb je een probleem bij een dergelijk humanitair vraagstuk.
Zo’n mening verkondig je als politicus alleen in de fractievergadering, of tijdens een ledenbijeenkomst.
Niet in de openbare raadscommissie en zeker niet in de gemeenteraad. Vraag dat maar aan twee bekende raadsleden die in vorige zittingsperiode als ‘dissidenten’ konden en moesten vertrekken uit een niet nader te noemen partij.
Onparlementair noemen we dit in het jargon: kadaverdiscipline. Je mag een eigen mening hebben, zolang je die maar voor jezelf houdt. Je stemt zoals de baas bepaalt. En vooral na afloop niet laten merken dat je het eigenlijk anders had gewild.
De jongens en de meisjes van de vrije pers moeten het daarom vooral hebben van de kroeg, het terras, de verjaardag, het festivalterrein of de tennisclub als ze de ware toedracht van een politiek overleg willen achterhalen. Niet dat zulk soort uitlatingen dan te publiceren valt, overigens. Daar worden goede afspraken over gemaakt, maar toch…
Zo hoorde ik tussen twee bier door……….’dat de journalistenopleiding eigenlijk best, samen met de lokale omroep en Omroep Brabant, naar het voormalige uwv-pand wil, maar dat de stadsbestuurders daar niet aan willen….’
En: ‘dat het voormalige VGZ-gebouw ook nog in beeld was…’
Het gat tussen wat de politieke bestuurders met deze stad willen en hoe Tilburgers daar over denken lijkt steeds groter.
Een prachtige collectie jazzmuziek, van Paul Huijgen, verdwijnt. De collectie pentekeningen van Hans Stevens? Naar Den Haag. Wie maalt erom? Te lui en niet geïnteresseerd zijn de gesponsorde gemeentelijke instellingen in Tilburg.
Te vrezen valt binnenkort voor het lot van de culturele nalatenschap van kunstschilder Frans van Amelsfort (ga nog een laatste keer kijken in de Noordstraat!) en Albert Siebelink.
Wat is er eigenlijk ooit gebeurd met de uitkomsten van die culturele hoorzittingen, van drie of vier jaar geleden?
Ten tijde van alweer een andere politieke werkelijkheid.
Als iemand die verslagen ooit zou hebben teruggelezen, dan waren er nu niet zulke verbaasde politieke reacties geweest op de weerzin in het culturele veld tegen de wegen van Factorium en Fontys.
Kun je je als politica daarna natuurlijk altijd nog afvragen of ook die citaten ‘wel echt zijn.’
Recente reacties