De postkasten van PostNL hebben al tot menige discussie geleid. Te opvallend? Of juist niet?
Inmiddels heeft ook de Omgevingscommissie zich over de kwestie gebogen en een uitspraak gedaan, welke na te lezen is in het verslag dat in de derde week van januari 2018 werd gepubliceerd.
Samengevat oordeelt de Omgevingscommissie dat de postkasten geen objecten zijn van algemeen nut, zoals bijvoorbeeld brievenbussen en glasbakken dat wel zijn. “In wezen zijn het grote, functionele reclamezuilen. De omvang en de kleurstelling van deze objecten maakt dat ze altijd dominant zijn.” schrijft de commissie. Daarom mogen de postkasten niet lukraak in de wijken worden geplaatst, maar liever bij winkels.
Verder vreest de Omgevingscommissie een ‘precedentwerking’. Hiermee bedoelt ze dat wanneer PostNL deze kasten mag plaatsen, andere ondernemingen dat in de toekomst dan ook mogen.
Tot slot vindt de Omgevingscommissie dat er sprake is van een ‘exces’; omdat het uiterlijk van de postkasten – het felle oranje – “ook voor niet -deskundigen evident is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied en van een verstoring van de samenhang in het straatbeeld door de toepassing van sterk met de omgeving contrasterende kleuren. (…)”
Mits de kleur van de postkasten wordt aangepast zou voor een aantal locatie de plaatsing nog wel bespreekbaar zijn. “Waar dat niet mogelijk is moet er sprake zijn van een veel terughoudender ontwerp (wel herkenbaar) en een niet storende plek. Zij adviseert de gemeente hiervoor een stadsvisie te ontwikkelen gelet op de tendens die nu zichtbaar wordt.”
2 reacties
Voeg die van jou toe →Afgelopen week meldde het Brabants Dagblad dat de pakketautomaten van PostNL blijven en dat er nog zes bij komen. Het uiterlijk zal worden aangepast en een paar automaten krijgen een andere plek (BD, 30-4-19: ‘Knaloranje joekels’ toch iets te heftig voor Tilburg: PostNL kleurt ze alsnog grijzer).
Ruim een jaar geleden heeft de Omgevingscommissie aangegeven dat het ongewenst is dat pakketautomaten in de openbare ruimte worden geplaatst. De commissie kwam met het dringende advies om pakketverzamelpunten zoveel mogelijk te integreren in bestaande bebouwing.
Kennelijk trekt het stadsbestuur zich niets aan van dit advies.
Dat in Tilburg in het wilde weg PostNL-kasten zijn neergezet past in een groter plaatje. Dit is geen mooi plaatje. Tenzij je het prima vindt dat grote bedrijven steeds meer de richting bepalen waarin stad en land zich ontwikkelen.
Om duidelijk te maken wat ik bedoel ga ik even terug in de tijd én van Den Haag naar Tilburg.
Het is november 2017. Het kabinet maakt bekend dat het de dividendbelasting wil afschaffen. Scheelt jaarlijks bijna anderhalf miljard euro aan inkomsten, maar ja, multinationals willen het graag en anders vertrekken ze misschien, zo verdedigt Rutte de maatregel. Op de website GeenStijl verschijnt als reactie ’n pakkende cartoon. Een foto toont het Binnenhof met op ’t dak (gefotoshopt) vlaggen met daarop de logo’s van multinationals. Alsof er een coup is gepleegd en het grootkapitaal de macht heeft gegrepen.
Bij het zien van de spotprent moest ik terugdenken aan ruim tien jaar geleden. Toen werden er op het stadhuis van Tilburg nieuwe vlaggen geplaatst. Waar kwamen die vlaggen vandaan? Dit is een schimmig gebied. Hierover is niets naar buiten gebracht, behalve dan dat er ‘stakeholders’ bij betrokken waren.
Hoe dan ook: de T campagne, onopvallend begonnen via winkeliers en horeca in de binnenstad, werd de officiële ‘stadspromotie’.
Sindsdien is in Tilburg het hek van de dam. Steeds meer is de stad in de greep geraakt van een reclamemacht die tot vervelens toe de ‘T’ koppelt aan van alles en nog wat. Er kwamen ook nog meer reclameborden en mupi’s en led schermen deden hun intrede. Aan de wildgroei van reclame in ‘013’ lijkt voorlopig nog geen einde te komen, want nu zitten er ook nog ‘digi mupi’s’ in de pijplijn: reclameborden met bewegende beelden.
Het verbaast me dan ook niet dat het beursgenoteerde PostNL bij wijze van proef in de openbare ruimte lukraak opzichtige ‘functionele reclamezuilen’ heeft mogen plaatsen.
Op het stadhuis hebben ze waarschijnlijk gedacht: ‘Even kijken hoe de consument reageert. Als ‘ie dit accepteert gaan we vrolijk verder op de ingeslagen weg’.