Raad is verdeeld over toekomstige referenda

De raadscommissie Bestuur had maandag 19 juni 2017 een stevige discussie over toekomstige referenda in Tilburg. De aanleiding voor deze discussie was enerzijds het bijna-referendum over het stadhuis (Stadskantoor 1) in 2016 en anderzijds het verzoek vanuit de raad om eens te bezien of de verordening (gemeentelijke wet) voor referenda uit 2004 aanpassingen nodig heeft.

Het College van B&W (Burgemeester en Wethouders) en in deze burgemeester Peter Noordanus als portefeuillehouder heeft een voorstel naar de raad gestuurd om de referendum-verordening aan te passen. De meningen over dit voorstel waren niet alleen verdeeld, maar liepen – anders dan in veel andere gevallen – niet langs de grenzen tussen coalitiepartijen (CDA, GroenLinks, SP en D66) en de oppositiepartijen. Met name D66 sloot zich aan bij een groot deel van de oppositie, terwijl juist de PvdA zich bij de meerderheid in de coalitie insloot.

GroenLinks voortaan tegenstander van referenda

Het bijna-referendum
In december 2015 vroegen bijna 10.000 Tilburgers om een referendum over de verbouwing van het Stadhuis (Stadskantoor 1) en de inrichting van de omgeving, met daarin ook de vraag of er wel of geen winkels in het Stadhuis mogen komen. De gemeenteraad had het verzoek om dit referendum op 1 februari 2016 goedgekeurd, om deze een ruime maand later weer in te trekken. De reden hiervan was, dat het raadsbesluit waarover het referendum officieel (formeel) ging, dat van 21 september 2015, door de gemeenteraad werd ingetrokken.

De verrassing kwam van GroenLinks. Fractievoorzitter Paulus Oerlemans verklaarde dat zijn partij van gedachte is veranderd en voortaan absoluut tegenstander is van referenda. Een opmerkelijke verandering aangezien GroenLinks landelijk één van de initiatiefnemers is geweest om landelijke referenda mogelijk te maken.

In de commissie Bestuur spraken Lokaal Tilburg, D66, Voor Tilburg, OPA en LST zich uit tegen het voorstel, terwijl PvdA, CDA, GroenLinks, VVD, SP en VSP het voorstel steunen. TVP was niet geheel duidelijk; deze fractie is tegen referenda maar vind het voorstel evenmin goed.

Allereerst is het voorstel om alleen nog het raadplegend referendum toe te staan. Het raadplegende referendum wordt gevraagd door de Tilburgers en de gemeenteraad hoeft de uitslag niet op te volgen. Het raadplegend referendum, dat aangevraagd kan worden door de raad en opgevolgd moet worden, wordt afgeschaft. Op dit punt zijn de Tilburgse partijen het wel eens.

Waar partijen het geheel niet eens over zijn geworden is het idee om het indienen van een referendumverzoek moeilijker te maken voor burgers. Tijdens de aanvraag voor een referendum over Stadskantoor1 eind 2015 noesten initiatiefnemers binnen drie weken 555 handtekeningen ophalen om een voorlopig verzoek in te dienen, ofwel: 0.33% van de kiesgerechtigden uit de gemeente Tilburg. Vervolgens moesten er binnen zes weken 8.432 handtekeningen zijn opgehaald, 5% van de kiesgerechtigden. Die handtekeningen moesten met pen zijn gezet op speciaal papier van de gemeente Tilburg. Digitaal indienen was niet mogelijk.

Meer handtekeningen nodig voor aanvraag

In het nieuwe voorstel wordt het percentage voor  het voorlopig verzoek verhoogd van 0,33% naar 0,8%. Oftewel: binnen de eerste drie weken moeten dan 1.345 kiesgerechtigden een handtekening onder het verzoek voor een referendum hebben gezet. Wel wordt het mogelijk om dit digitaal, met identificatie door middel van DigiD te doen. Handtekeningen op papier kunnen dan alleen nog gezet worden in de Stadswinkels op vertoon van een geldig legitimatiebewijs, en niet meer ‘op straat’.

Frans van Aarle: (Lokaal Tilburg): “Het referendum wordt ten grave gedragen.” Jan van Beurden (OPA): “Het College is bezig om grote beren de weg op te sturen. Maar dankzij het referendum is de stad behoed tegen de komst van een shoppingmall in Tilburg-Noord (2009) en het bijna-referendum heeft ervoor gezorgd dat we een beter stadhuis krijgen. Dit voorstel is alleen maar bedoeld om het moeilijker te maken, terwijl het de bedoeling was om het [houden van een referendum – red.] juist makkelijker te maken voor de burger.”

Opkomst- of kiesdrempel

Ook over het al dan niet behouden van de kiesdrempel zijn partijen het niet eens. Een minimaal opkomstpercentage om een referendum geldig te verklaren.

In de bestaande regels is een referendum is geldig als de opkomst minimaal gelijk is aan de opkomst bij de laatste raadsverkiezingen. On maart 2014 was dat 43,6%.

Strategisch stemmen
Op 6 april 2016 werd het landelijke referendum over het samenwerkingsverdrag met Oekraïne gehouden. De kiesdrempel, of opkomstdrempel lag toen op 30%. Veel voorstanders van het verdrag bleven die dag thuis in de verwachting dat er dan toch te weinig mensen zouden gaan stemmen om het referendum geldig te kunnen verklaren. Die dag werd de opkomstdrempel van 30% nipt wél gehaald en wonnen de tegenstanders het referendum met 67%.

Stefanie Vatta (D66) noemt de kiesdrempel “belachelijk hoog”, “Als je een noodrem wil, moet je ervoor zorgen dat die noodrem werkt.” Verder geeft ze aan dat een opkomstdrempel juist opkomst verlagend werkt, aangezien dat in de praktijk al is gebleken.

André Krouwel

André Krouwel (1964) is Universitair hoofddocent aan de afdeling Politicologie en Communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Deze deskundige op het gebied van referenda heeft op verzoek een advies uitgebracht, nadat hij met raadsleden een nadenksessie heeft gehouden in januari 2017. Maar over zijn advies lopen eveneens de meningen uiteen, vooral omdat André Krouwel een uitgesproken tegenstander is van referenda. Meerdere raadsleden, onder wie ook Hans Smolders (LST) en Stefanie Vatta hadden liever gezien dat een veel neutralere deskundige om advies was gevraagd.

Voor en tegen

Tegenstanders van het referendum vinden dat zij als gekozenen in de gemeenteraad genoeg mandaat hebben om voor hun achterban te beslissen. Bovendien vinden zij dat inwoners van Tilburg al van genoeg andere manieren gebruik kunnen maken om hun meningen en belangen mee te geven aan de raad. Zoals: het inspreken bij commissie- en raadsvergaderingen, het petitieloket en het burgerinitiatief.

Daarnaast vinden zij dat de raad genoeg doet om Tilburgers te horen via het burgerpanel, het werken met raadswerkgroepen die actief de behoefte en belangen van inwoners boven tafel willen krijgen, inspraakmomenten, raadsinformatie-bijeenkomsten open stellen voor inwoners, hoorzittingen en stadsdebatten.

Een ander argument is, dat burgers te weinig kennis van zaken hebben om over belangrijke beslissingen een mening te kunnen vormen.

Voorstanders van het referendum vinden dat het organiseren van referenda een democratisch recht is van burgers en de gemeente dit zo min mogelijk moet willen tegenhouden, maar juist moet ondersteunen als burgers om een referendum vragen. Bovendien vinden zij, dat juist referenda in het verleden de stad hebben behoed voor verkeerde beslissingen van de raad.

Een ander argument van de voorstanders is, dat kiezers weliswaar eens per jaar kiezen, maar dat het zelden zo is dat een kiezer voor de gehele vier jaar het geheel eens is met de partij van zijn of haar keuze. Niet één partij vertegenwoordigt voor 100% de meningen van de kiezers.

De discussie is terug te luisteren op de website tilburg.notubiz.nl. Op maandag 3 juli neemt de gemeenteraad een besluit.

In alle nuchterheid, wat hebben we bij referenda gezien de afgelopen jaren? Met name stemmen op de onderbuik, en niet op het onderwerp. Het Oekraïne-verdrag, Brexit, het Stadskantoor (wat dan weer net niet doorging omdat de feiten het onderwerp inhaalden). En wat zou er gebeurd zijn als er over de opvang van vluchtelingen een referendum was geweest? Het laat zich raden. De ranzigheden hierover op sociale media spraken boekdelen (nog steeds overigens, de meeste ervan zijn niet gewist).
Het referendum als toevoeging aan het stelsel van checks and balances in ons politieke bestel is jammerlijk mislukt. De voorstanders bedoelden het goed, maar hebben zich deerlijk vergist in het azijnige politieke klimaat in Nederland (en niet alleen daar overigens), en kans op ontwrichting van een sociaal en politiek bestel dat ernstig onder druk staat. Oplossingen zijn nodig, maar het referendum is in deze duidelijk mislukt.

Geef een reactie