’64 Ferdi Lancee’

Tilburgse zanger, gitarist en componist Ferdi Lancee behaalt op 21 oktober 2017 de respectabele leeftijd van 64 jaar. Een wonder mag men wel zeggen, want nog geen jaar geleden werd hij geveld door een TIA en een evenwichtsstoornis. Op zijn ziektebed schreef hij een nieuw album getiteld ’64 Ferdi Lancee’, waar hij meer dan ooit teruggrijpt naar de roots. Het resultaat is een Engelstalig album om het leven te vieren, als protest tegen onrecht, een album uit liefde en bovenal uit dankbaarheid voor het moois om ons heen.

Op zijn 64ste verjaardag op 21 oktober 2017 om 17:00 uur presenteert hij zijn nieuwe album ’64 Ferdi Lancee’ via een livestream op zijn facebook pagina. Een goed moment voor Jules Kersten van Greenbag BVom hem eens te onderwerpen aan een uitgebreid vraaggesprek zodat we Ferdi Lancee, de voormalig gitarist en zanger van Gare du Nord en gitarist van VOF de Kunst beter leren kennen.

Tilburg en de Blues
Jules: Waar ben je geboren en wie zijn je pa en ma?
Ferdi: ik ben een Tilburgse jongen, opgegroeid achter het oude Elizabeth ziekenhuis. Tilburg was in mijn jeugd een stad van hardwerkende arbeiders. De stad heeft me gevormd tot wie ik nu ben. Een arbeider. M’n moeder was een tuindersdochter, een stille, lieve vrouw. M’n pa was een ouderwetse man, zo van “ik ben de baas, vaders wil is wet”, een goede kerel. Een oorlogskind. Hij heeft verschillende beroepen gehad, onderdirecteur bij een kartonnagefabriek, vertegenwoordiger, administrateur en z’n laatste baan was directiesecretaris bij een inrichting in Haaren. Hij speelde klarinet en had graag beroepsmuzikant willen worden.

Jules: Hoe was je muzikale opvoeding?
Ferdi: De arbeidsvitamine, op zaterdagmiddag keiharde Jazz met Michiel de Ruyter, ’s zondags psalmen en gezangen. En dan natuurlijk Veronica en Caroline.

Jules: Hoe was je jeugd en opleiding?
Ferdi: Heerlijke jeugd vol voetbal en muziek. 1963: Ik was 10, mijn broer 9. Ons eerste bandje heette ‘The Singing Boys’, met twee vriendjes uit onze straat. Ik was de enige die muziek kon maken. Wij organiseerden optredentjes voor de buurtkinderen. 10 cent per persoon bij ons achter op de plaats en dan samen ijs eten van onze gage. Mijn tweede bandje, tijdens mijn middelbare schooltijd , heette ‘The Louse’, de Luis. Vraag me niet waarom maar ik heb er nog jeuk van. Ik zat op de MULO, en twee leraren hadden mij gitaar horen spelen op een schoolkamp, voor de meiden. Die hadden mijn talent herkend …haha……en mij opgegeven voor een televisieprogramma: de talentenjacht ‘Rodeo’.

Ferdi: Grote draaischijf op een podium met aan de ene kant de spotlights en de camera’s. Aan de andere kant stond je te wachten totdat de schijf gedraaid werd, begeleid door het geluid van een hinnikend paard. Een talentenjacht waar ik het tot de finale volhield. Ik weet nog dat ik een grote, dubbel gebreide rode coltrui aan had, die mijn Tante Nelie had gebreid, maar niemand had verteld hoe warm het wel niet was in zo’n Tv-studio. Al die lampen! Bloedheet! Lief bedoeld maar eh… het was een ongelukje, die trui, zo warm. Ik hield er uiteindelijk een single-contract aan over, ‘Joy in the sky’ (…it’s so pleasant to die”…?? ) geproduceerd door Peter Koelewijn, mijn studio pa.

Jules: Hoelang heb je gestudeerd?
Ferdi: Niet zo heel erg lang. In het tweede jaar conservatorium moest ik overgangsexamen doen voor het derde jaar. Ik speelde al in een goed lopende band ‘Lotusland’ waar ik geld mee verdiende. Ik had een klassiek stuk ingestudeerd en daar mijn eigen draai aangegeven. Dat was niet de bedoeling op het conservatorium. Exit conservatorium en voor mezelf begonnen. Liedjes schrijven, opnemen in studio ‘Relight’ in Hilvarenbeek. Beetje rondhangen in de gezellige bar met ‘beroemdheden’. In deze legendarische studio namen bands als Genesis, Brood, Black Sabbath etc. hun muziek op. In 1977 mocht ik daar mijn debuut-LP ‘Ferdi’ opnemen met Producer Frank Klunhaar en Technicus Pierre Geoffroy Chateau. Super-de-lux voor een ventje van 24 jaar maar diep in mijn hart wilde ik eigenlijk gewoon gitarist zijn. ‘Me, my 6-string and the blues’ uit ‘world-wide blues’)

Jules: Wie is je voorbeeld als gitarist?
Ferdi: Ritchie Blackmore, Rory Gallagher en Jan Akkerman. Daar liggen mijn gitaarroots, in de blues. ‘Pablo’s Blues’ van Gare du Nord.

Jules: Als je jong bent heb je als aankomende ster vaak een bandje wat als ijkpunt dient. Bij mij is dat Pearl Jam.
Ferdi: Dat kan ik me goed voorstellen. Toffe band.

Jules: En dat heb jij dus met Deep Purple?
Ferdi: Ja, Blackmore wow… wat een beest!… ‘Live in Japan’. Maar eigenlijk begint mijn verhaal nog eerder. Bij de jazz want dat is wat mijn Pa vroeger bij ons thuis veel draaide. Pa had al die platen van die jazz Cats…Tot…..1964. Toen hoorde mijn generatie een nieuwe sound! ‘I should have known better’ van de Beatles. Het werd mijn eerste singeltje en drie jaar later stond ik uren in de rij voor de platenwinkel toen Sgt. Peppers uitkwam. Uiteindelijk heb ik bij Gare Du Nord mijn ‘jazz- verleden’ gebruikt in ‘search for excellounge’ 2001 & ‘sex and jazz’ 2007. Nog bedankt Pa.

Doorbraak
Jules: Wat was je doorbraak, meer geld gerelateerd dat je ervan kon leven of is de vonk overgesprongen tijdens een live-concert met volle bak publiek?
Ferdi: Ik merkte in mijn pubertijd dat, als je gitaar speelde en ook nog een beetje kon zingen, je al snel een toffe gast was. En het ging me gemakkelijk af, dus waarom zou je het dan niet blijven doen… by the way… ik moet nog steeds doorbreken hoor…haha

Jules: Had je toen een doel voor ogen?
Ferdi: Toen? Wat iedereen op die leeftijd wil, beroemd en rijk worden. Wat een desillusie!!

Jules: En een bepaald artistiek doel?
Ferdi: Nee dat heb ik nooit gehad. Het verschilt van moment tot moment. Opportunisme, zo kun je het noemen. Ik ben een kameleon, pas me heel snel aan. Er zijn geen bepaalde muziekstromingen waar ik me aan wil houden. Ik doe wat me past op het moment dat het me past.

Jules: Geen happy-hardcore, maar voor de rest?
Ferdi: Nou, ik ben samen met Arthur Antoine, een geweldige mixing-engineer en synth-programmeur, een techno album aan het voorbereiden. En ik heb piratenmuziek gedaan in de jaren 80. En prog/sympho rock, mijn band Lancee vanaf 1976 tot 1981, uiteraard Vof de Kunst en ik heb ook nog een redelijke carrière als producer en schrijver voor bekende en onbekende artiesten.

Wie ben je?
Jules: Ferdi hoe omschrijf je jezelf?
Ferdi: In de muziek?

Jules: Als mens?
Ferdi: Ik heb graag het gevoel dat ik een hartelijk mens ben. Ik deel snel, ik deel graag, dat is niet altijd verstandig maar zit in m’n aard. Ook ben ik snel verveeld en hou niet zo van herhaling…

Jules: Stel je staat op de voorpagina van de Volkskrant, wat voor bericht is het en wat is de koptekst?
Ferdi: Voorpagina halen als artiest in de Volkskrant is onmogelijk. Ik droom en fantaseer wel over dingen die ik heel tof zou vinden, maar dat zijn nooit een voorkant van een blad of een miljoenen succes of een optreden in Ahoy.

Voldoening
Jules: Waar haal je het meeste voldoening uit?
Ferdi: Muziek maken in het algemeen. Maar als ik terug luister naar mijn opnames, heb ik altijd nog iets te mekkeren, typisch Nederlands hè. Het proces van muziek maken is het leukst.

Jules: Waarom ben je geen straatmuzikant geworden als je voornamelijk het proces van muziek maken leuk vindt?
Ferdi: Nou dat heb ik gedaan dus. begin 70-s. In mijn uppie. Maar werken en creëren in de studio ligt me meer.

Jules: Wanneer ontstaat een liedje? Kun je een specifiek moment noemen waarop je liedjes schrijft in een ideale omgeving?
Ferdi: Heb ik geen bepaalde plek voor. Het allemaal te maken met energie. Ik ben in 2016 flink ziek geweest, een TIA en de evenwichtsstoornis BPPV, tijdens mijn herstel ben ik gaan schrijven.

Jules: Ik kan me voorstellen dat je weinig energie hebt als je ziek op bed ligt.
Ferdi: Dan maak ik m’n demootjes op de bank, met een gitaartje halve bak. Heel sloom zingen zonder energie. In mijn koppie weet ik wat ervan komt als ik er energie insteek. En daar word ik dan weer beter van!

Thematiek
Jules: Is er een overkoepelend thema te noemen op je nieuwe album?
Ferdi: Ik vind de liefde nu leuk. Omdat ik geen problemen op dat vlak heb. Liefdesverdriet is op dit moment niet aan mij besteed. Mijn liefde is positief en dankbaar. Op mijn 64-ste begin ik zowaar te reflecteren, ben blij dat ik er nog ben!

Trumpiaanse Domheid
Jules: Waar heb je een hekel aan?
Ferdi: Manipulatieve domheid, daar heb ik een hekel aan. Ik heb overigens geen hekel aan minder slimme mensen.

Jules: Wanneer is iets dom in jouw ogen?
Ferdi: Mensen die de waarheid manipuleren voor eigen gewin. Mensen als Trump vind ik dom. Iedereen weet dat hij liegt en toch blijft hij liegen met een stalen gezicht. Wat denkt zo’n man nou?

Jules: Dus, ook een protestsong?
Ferdi: Ja het album bevat een protest gericht aan de ‘Trumps’ van de wereld.

“Orange man for president…
Love to shave his head
Building wall, gun call
Dark skies ahead…” (uit; Fastest song in the world)

Jules: En Wilders is ook een dom mens?
Ferdi: Nee. Hij heeft wel ontzettend veel domme dingen gezegd en gedaan.

Jules: Je kan het ook zien als slim. “Kopvoddentaks” is een marketingterm maar dan voor politiek.
Ferdi: Ik vind Kopvoddentaks een stom woord… misschien moet Geert eens in de spiegel kijken… pluisje taks… Maar meer nog heb ik moeite met mensen die stiekem doen. Die er een tweede agenda op na houden. Mensen die geen openheid geven. Als een van een groep slimmer is dan de ander, meer kennis van zaken heeft en daardoor zichzelf verrijkt ten koste van een ander die geen idee heeft, daar hou ik niet van.

Jules: Wat doet dat met je?
Ferdi: Dan word ik boos en trek ik het recht.

Jules: Hoe uit zich die boosheid?
Ferdi: Daar schrijf ik weer songs over. Ik ben nooit een proces begonnen, heb er ook geen verloren.

Songs als filmscript
Zo heb ik op ’64’ een song geschreven die heet, ‘I am on the 08:02 to Memphis’. Een crimineel zit op de trein en wordt achtervolgd door de sheriff. Ik zie dat hele filmpje gebeuren. De crimineel wordt gepakt en uiteindelijk helemaal stuk geschoten. Hij sterft dus! Het tweede gedeelte van de song, praat de zanger door, alleen is hij nu dood. Hij ziet z’n eigen lijk in een door denderende trein verdwijnen aan de einder. Een andere song gaat over een Afrikaanse vrouwelijk watergeest, ‘Mami Wata’, de zanger vraagt aan de watergeest waarom is het zo’n klotezooi in de wereld? Een paar hebben alles en de meesten lijden honger en dorst. Zij is de watergeest? Zij kan de mensen toch redden? Maar doet ze niet….

Jules: Welke films kijk je graag?
Ferdi: Actie en avontuur en art. Van ‘Pirates of the Caribbean’ via ‘Shawnshank Redemption’ naar James Bond. Ik ga ook paar keer per maand naar het filmhuis. Arthouse films. De laatste die ik gezien heb was ‘Moonlight’. Thema indringend, mooie beelden, prachtig gemaakt. Zo’n andere film is ‘The Butler’. de Butler werkt op het witte huis en heeft verschillende presidenten meegemaakt. De butler blijft hetzelfde maar de situatie verandert continu. Dat maakt een bijzonder boeiend verhaal. Die man ging van z’n werk naar huis, een heel eenvoudige omgeving met twee kamertjes ergens in Harlem. Een totaal andere omgeving, sober. Mooi gefilmd ook.

God en vroeger
Jules: Ik heb laatst een interview gezien waarbij een Engelse cabaretier wordt geïnterviewd door een dominee. Het ging over de vraag of God bestaat. De cabaretier legt uit waarom er zoveel ellende in de wereld is, als God zou bestaan. Dan is God utterly wrong. Welke God verzint het om kinderkanker te veroorzaken?

Ferdi: Ik denk dat de cabaretier puberaal bijdehand doet. Elk weldenkend mens weet dat het zo niet is. Ik laat het in het midden of God bestaat of niet. Geluk of Ongeluk. Dat doen we zelf. Ik ben ook puber geweest, kom van gereformeerde huize, dat is best wel heftig. Ik heb ook dat soort dingen gezegd tegen mijn ouders. Dat was bijdehand en niet slim. God bestaat voor sommige mensen wel en voor andere niet. Ieder het zijn. Het is zo zonde van de tijd, die discussie. Ik heb er wel liedjes over geschreven omdat het geloof invloed heeft gehad op mij. Zo mocht ik op zondag niet voetballen. Ik weet nog dat er twee scouts van ‘Longa’, een Tilburgse voetbalclub, bij ons thuis voor de deur stonden. Ze gingen naar mijn vaders kantoortje. Verder heb ik er nooit meer iets van gehoord. Behalve dat het niet doorging omdat ze op zondag speelden. Optreden mocht ik ook niet op zondag.

Jules: Wanneer is de omslag gekomen om je daartegen af te zetten?
Ferdi: Toen ik het huis uitging. Voetbal had het inmiddels verloren van de muziek. Ik heb op vijf plekken in Tilburg gewoond, ben naar Den Bosch verhuisd en daarna weer terug naar Tilburg. Veel rondgezworven, tot het besef kwam op mijn 33ste dat ik dit bestaan niet volhield. Ook omdat we al een dochter hadden. We zijn toen met praktisch niets naar Zaltbommel gegaan en opnieuw begonnen. Dat is nu echt wel ons thuis.

Zelf doen
Jules: Wat is het ideaalbeeld van de nieuwe plaat die eraan zit te komen?
Ferdi: Nou, dat ik uit de kosten kom. Dat is realistisch. En dat ik weer een nieuwe plaat mag maken. Verder ben ik tevreden. Ik heb van alles al genoeg. Het leuke aan deze nieuwe plaat is dat we nog van alles moeten bedenken. En dat houdt mij op de aarde. De ontwikkeling van deze plannen doe ik samen met ‘Greenbag’, een groep enthousiaste jonge ondernemers uit Tilburg of course. De industrie is niet meer zoals het was, je moet als artiest nu zelf initiatieven nemen om je muziek aan de man te brengen. De plaat schrijven, produceren en masteren is in feite het simpele deel van dit proces. De grootste uitdaging is om de plaat aan de man brengen.

Verandering van spijs
Jules: Waarin ben je onderscheidend?
Ferdi: Ik weet niet of ik onderscheidend ben, ik ben wel heel allround. Misschien is het een talent van mij om aan te vullen. Wat ik als gitarist bij ‘A Traveller’s Tale’, de mericanaband van Eric van de Westen en Aron Raams, met veel plezier doe is alle ingrediënten een elkaar lijmen. Het liefst versier ik de songs waar het kan. Waar het niet kan, ben ik stil.

Jules: Is dat altijd al zo geweest?
Ferdi: Nee Joh. Heb heel lang mijn best gedaan de hoofdrol te spelen in bands. Maar in 1982 veranderde dat gelukkig met het liedje ‘Suzanne’. Ik had een aantal Nederlandstalige songs geschreven waaronder ‘Suzanne’,  later opgenomen door Vof de Kunst. Ik nam ze op en ging enthousiast naar mijn toenmalige maatschappij CBS met de verwachting dat ze me eeuwig dankbaar zouden zijn voor de hit. Nou, mooi niet: “dat past helemaal niet bij je” en “jij bent nou eenmaal een rocker, Lancee”. Gedesillusioneerd reed ik in mijn achtste-hands Volvo 240 terug naar huis. Carrière in het slop, einde oefening. Ik bedacht Vof de Kunst, nam de liedjes opnieuw op met Nol Havens, inmiddels naast zanger ook geweldige fotograaf! Et voilà, onze eerste gouden plak! Vanaf die dag stapte ik naar de achtergrond. Ik ben beter in voorzetten dan inkoppen!

Jules: Waar leg je de focus als je muziek maakt?
Ferdi: Bij mijn recente werk gaat het voornamelijk om mijn verhaal. Bijvoorbeeld ‘The Fastest Song In The World’

“hurry, hurry time runs short
On this fucked-up star
Much to do for me and you
Live the life bizarre…”

De wereld redden met een hele snelle song! Ik ben, overigens in het hele schrijfproces fantastisch gecoacht door Elkie Deadman, een Engelse actrice en zangeres. Zij schreef het verhaal voor de song ‘Barbara Brown’ en met haar deed ik het Shakesperience – project. Bij Gare Du Nord werkte het andersom. Daar ging het om het design, de verpakking. Die beats die eronder gaan, de samples en de sound. Ook boeiend. Later stapten we over naar oude wijn in nieuwe zakken, toen was er voor mij de lol af. Ik heb in de jaren ’90 een tijd reclamemuziek geschreven. Wat mij daaraan fascineert is het vertellen van een verhaal in 30 seconden, soms wel 20 of 10 seconden. Een lied maken in 30 seconden. Ik ontdekte dat je de ingrediënten van een reclamesong kon stretchen tot 5 minuten, dat gebruikte ik dan weer voor de jaren 2000.

Rockacademie
In 2001 werd ik gevraagd om te komen helpen met het opzetten van de afdeling songwriting op een nieuwe hbo-opleiding in Tilburg, de Rockacademie.
Wat een schitterende tijd! We zaten in het kantoor van de AaBe-fabriek en leefden in de sfeer van de tv-serie ‘Fame’. We rookten nog en de koffie werd gedronken in en om de keuken. Daar heb ik Dorona Alberti, de zangeres van Gare du Nord, leren kennen. Wat een personality! ‘N beetje ‘enfant terrible’ op school, maar een artieste pur sang! Met een aantal oud-studenten en docenten heb ik nog steeds contact. In 2007 was het mooi geweest.

Nelson
Jules: Ik ben benieuwd wie je fascineert.
Ferdi: Nelson Mandela, kan ik ontroerd door raken. Een leven van lijden achter je laten en lachend de gevangenis uitlopen. Dat is zo onwaarschijnlijk. Zulke mensen fascineren mij. Ik lees graag biografieën over songwriters. Phil Collins, McCartney en Bruce Springsteen. Born to Run is in de ik-vorm geschreven, vind ik wel heel apart. Je krijgt een beeld van een carrière, dat fascineert. De laatste biografie die ik gelezen heb was van Barry Hay, zo’n dikke pil. Een grappige aaneenschakeling van rock & roll verhalen. Overigens vind ik Barry een geweldige schrijver!

’64’
Ferdi: Dat is de plaat die ik nu maak en een stuk moeilijker. Het is eigenlijk weer een nieuwe richting. Ik ga van het Nederlands weer terug naar het Engels en ben zelf de zanger en de schrijver. Het is autobiografisch dus het kan niet anders, het gaat over mezelf. Dit is wie ik ben en wat ik doe. Allez dan… voor deze keer dan.

Jules: Voor jezelf of toch maar liever voor een ander?
Ferdi: Ja, liever voor een ander. Ik schuw te veel de aandacht. Ik ben geen publiciteitsmens en dat is onhandig voor een artiest. Het liefst zit ik in de studio of thuis bij mijn lief en mijn kids. Ik ga zelden ergens heen om me te laten zien. Nou wordt het ook nooit aan me gevraagd, hoor. Een groot voordeel van alles zelf doen is; dat ik met niemand rekening hoef te houden. Dat vind ik dan weer wel top! Maar oh oh, die twijfel.

“I’m a man with many faces
I’m a doubter torn in two
You show me the way
You brighten mij day” ( uit;” Everything rhymes with you”)

Heb ik heel mijn leven al last van. Bang om mijn teksten te vergeten. Bang om uit de bocht te vliegen. Bang om te falen. Maar toch ga ik het nu doen en ik ben blij dat ik er nog ben. Je word per slot van rekening maar één keer 64.

Geef een reactie