In het Tilburg van 2030 rijden er treinen tussen bedrijventerreinen Vossenberg en Loven, zijn Wijkevoort en Zwaluwenbunders bedrijventerreinen en staat er een geluidswal om Tilburg-Noord.
Tenminste, als het aan de Rijksoverheid ligt, en meer specifiek aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. En ja, ook het Tilburgse stadsbestuur. En aan het bedrijfsleven dat hierin wil investeren, met GVT Group of Logistics voorop.
Deze plannen staan in de informatienota ‘Plan van Aanpak Logistiek knooppunt Tilburg (MIRT Goederencorridors)’. MIRT staat voor het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. Het ministerie wil in de periode tot 2030 investeren in wegen, spoorwegen en binnenvaartroutes om het vervoer van goederen van de haven in Rotterdam naar Naar Midden- en Oost-Europa te laten groeien. Hiervoor zijn twee belangrijke routes, de Oostroute en de Zuidoostroute.
Tilburg ligt aan de Zuidoostroute en is dan een soort van voorportaal voor Moerdijk en Rotterdam en een belangrijk knooppunt richting Venlo en de Maas. Daarom is Tilburg één van de gemeenten die gevraagd werd om een plan op te stellen om de Zuidoostroute geschikt te maken.
Tilburg heeft nu vijf bedrijventerreinen en met Wijkevoort en Zwaluwenbunders zullen dat er zeven worden. Maar niet al deze terreinen zijn met alle vervoermiddelen te bereiken. Alleen Loven is zowel over de weg, als per spoor als over water te bereiken. En: vanuit Loven vertrekt nu al drie keer per week de goederentrein naar Chengdu in China.
De goederenoverslag van de binnenvaart is nu nog op een andere plek in Loven (en in Vossenberg) dan de overslag naar de trein. Nu is er bij overslag tussen binnenvaart en spoor nog een vrachtwagen nodig. De bedoeling is, om die overslagterminals samen te brengen. Dit moet volgens het plan van aanpak gaan gebeuren door een aftakking van het spoor te maken bij de terminal in Loven richting de barge terminal. Dit spoor ligt er al – langs de Zuiderkruisstraat in Tilburg-Noord, maar wordt al jaren niet meer gebruikt. Het plan is dus om deze spoorlijn weer tot leven te wekken.
Het uitbreiden van de spoorfaciliteiten staat niet op zich, het is onderdeel van een pakket aan maatregelen. Dit pakket bestaat uit deze spooraansluiting, het dempen van de draaikom in de meest noordelijke punt van de haven, (waar tot 1 oktober 2018 de Tilburgse Watersportvereniging haar stek had), het verbeteren van de kade en het aanleggen van een wal om de omgevingshinder te beperken.
Het Wilhelminakanaal is grotendeels toegankelijk voor klasse IV schepen, en op het deel dit nog niet het geval is (sluis II tot Loven) wordt het kanaal in de nabije toekomst geschikt gemaakt.
Hierbij gaat het om eenrichtingsverkeer op het laatste stuk tussen sluis III en Loven. Verder wordt sluis II vervangen voor een grotere. Ook op het stuk van het Wilhelminakanaal dat al bevaarbaar is voor klasse IV schepen kunnen deze schepen nog niet maximaal beladen worden. Met name de beperkte doorvaarthoogte van bruggen vormt een belemmering. Hierdoor is containervervoer in drie lagen op een schip niet mogelijk, terwijl klasse IV schepen hiervoor wel geschikt zijn.
In de praktijk zijn er ook andere manieren om de capaciteit te vergroten, zo wordt er op het Wilhelminakanaal gebruik gemaakt van een vergunning voor Klasse V schepen tot Vossenberg. Daarmee is met een groter schip met twee lagen containers toch een grote capaciteit. De belemmering met betrekking tot de doorvaarthoogte van de Tilburgse bruggen behoeft geen directe actie. De belemmering gaat mogelijk in de toekomst een rol spelen.