Je kunt het maar één keer fout doen

In het midden Marieke Moorman, bij de ondertekening van de overeenkomst die de verbouwing van het NS station inluidde. – Foto: John Geerts, januari 2013

Marieke Moorman, inmiddels alweer zes jaar burgemeester van Bernheze, maar ooit dé Tilburgse wethouder Spoorzone had het nog zo gezegd bij haar afscheid in oktober 2013: “Wees zuinig op de Spoorzone, want je kunt het maar één keer fout doen.”  “Een uitdaging!” moet het college gedacht hebben.

Het zou flauw zijn om de huidige wethouder Spoorzone de schuld te geven, want uiteindelijk zijn het gehele college én de gemeenteraad verantwoordelijk.

De Spoorzone, dé huiskamer van de stad, de plek voor iedereen. Dat was de bedoeling. De Spoorzone moest een gebied, een stadsdeel worden waar allerlei mensen uit diverse disciplines hun ding gingen doen. Ondernemers, hippe mensen, oude mensen, gezinnen, kinderen… Alle Tilburgers moesten zich thuis voelen in de Spoorzone. Cultuur, onderwijs, uitgaan, alles moest en kon tegelijk.

Theater de Boemel. – Foto: John Geerts, juli 2014

Inmiddels zijn we wat jaren verder. De ondernemers die pionierden met laagdrempelige, experimentele zaken zijn inmiddels vaste bewoners geworden, ingebed in het comfortabele ons-kent-ons-netwerk waarin ieder zijn plaats kent en de gelederen worden gesloten. En waar de prijzen met de hoogte van de nieuwe gebouwen meegroeien. Want je zit immers op een A-locatie. Ook al is het dat nog nèt niet, met alle bouwkranen die nog hun opwachting maken. Experimenteren is geweest. De broedplaats is een warm, comfortabel nest geworden.

De nieuwe bedoeling is namelijk niet meer om van de Spoorzone een stadswijk te maken voor alle Tilburgers. Dat is veel te duur, want een derde van de Tilburgers heeft nog steeds te weinig te makken om een fiets of een OV-kaart te kopen om naar de Spoorzone te reizen.

MindLabs art impressie

De bedoeling is om de jonge middenklasse te trekken. De millennials in opleiding, met beginnende banen en met beginnende bedrijfjes. Hip en met nog wat geld om uit te geven, want door de woningnood wonen ze nog thuis, zijn ze nog niet begonnen aan een gezin en verkeren ze in de ideale situatie om én tijd én geld te bezitten. Kom daar maar eens om! Die moeten de kosten gaan opbrengen, de investering van de gemeente terugverdienen.

Deze bedoeling wordt klinkklaar duidelijk dankzij het promotiefilmpje dat de gemeente Tilburg, dan wel Citymarketing heeft laten maken.

Plan-T, art impressie

Een promotiefilmpje met een lengte van maar liefst 2 minuten en 27 seconden, zodat het nèt niet op Twitter past. Voor de laatste 7 seconden moeten we op Facebook kijken, waar de uitsmijter wél te zien is. Een promo-filmpje met bioscooplengte; ik vraag me serieus af hoeveel van de kijkers het voortijdig weg klikken om hun databundel te sparen. Bijvoorbeeld: een story op Instagram mag maximaal 15 seconden duren, om een hip medium te noemen.

De hippe millennial in het filmpje is de persoon waarmee we ons moeten identificeren, terwijl hij kijkt hoe de kolossen uit de grond omhoog schieten. Gebouwen waar de vroegere DDR trots op zou zijn geweest.

Spoorzone Den Bosch – Foto: John Geerts

Over nog eens 6 jaar kijken we terug op hoge torens die ’s avonds donker en gesloten zijn. Hoe dat eruit ziet valt in Den Bosch te bezichtigen.

De millennials hebben hun bul op zak en hun bedrijf opgestart en zijn alsnog aan een gezin begonnen. Kantoren en opleidingen zijn in de avonden en weekeinden dicht, waartussen het unheimisch voelt, zodat bewoners uit de woontorens zich sociaal onveilig voelen en ook wegtrekken.

MindLabs, art impressie

De betonkolos (Clarissentoren) gaat dienst doen als tijdelijke woonplek voor mensen die scheiden, in de schuld zijn geraakt, tijdelijk in Tilburg werken of studeren; flexbewoners. De Lochal – de nu internationaal geprezen parel van de Spoorzone – zal om kosten te besparen eerder dicht gaan ’s avonds en in het weekeind.

Dit krijg je als je je slechts focust op één doelgroep voor zo’n groot gebied als de Spoorzone.

Je kunt het maar één keer fout doen.

Ik loop elke dag door de spoorzone en zie juist een toenemende levendigheid.
De LocHal is een mooie verzamelplaats van allerlei soorten Tilburgers, van arm tot rijk en van jong tot oud. De bezoekersaantallen daar schieten door het plafond.
Het Spoorpark draagt er aan bij dat de loop naar de Spoorzone op een natuurlijke manier op gang komt en blijft.
Natuurlijk: er kan nog van alles mislopen en verkeerd gaan, maar om nu al te wanhopen is voorbarig.
Ben het eens met Jim Kollenburg. De opvatting van Paula Anquita is mij te pessimistisch en te zuur.

Alleen al de (on-)toegankelijkheid van het gebied is een (geplande) verkeersramp. Helemaal NIETS NIETS NIETS . . . is aantrekkelijk. Je eerste gedachte is: ‘Vlug wegwezen hier.’ Dat is trouwens ook je laatste gedachte.
Het maakt in Tilburg niets uit hoe oud de bebouwing is. Spoorzone, Koningsplein, Ketelhavenplein, allemaal even gruwelijk. Stadhuis, Heuvelpoort, Emma-passage, Niet Tevreden Plein, allemaal op de schop en volgende poging. De Piushaven is wél in een positieve ontwikkeling en gezellig blijft het kerkhof aan de Bredase weg.
De stelling: ‘Je kunt het maar één keer fout doen’, is ontoelaatbaar optimistisch. Het is veel meer: ‘We gaan het vast en zeker . . . wéér grondig verkloten, op z’n Tilburgs.

Kolossen waar de voormalige DDR jaloers op zou zijn geweest!? Ik geloof dat mevrouw Anguita nog eens op vakantie moet naar Oost Duitsland want de nieuwbouw in de Spoorzone heeft bepaald niet dat karakter.

Hoe dan ook krijg ik de indruk dat er een soort urgentie wordt gecreëerd door te verwijzen naar een armer deel in de samenleving en dit op een of andere manier relevant te laten zijn voor de ontwikkelingen in de Spoorzone. Ik zie niet echt de link tussen deze twee, behalve dat er ooit met woorden is gesproken als ‘een huiskamer voor de hele stad’ etc. Maar wat betekent dat precies in de praktijk? Er zijn wel degelijk openbare plekken waar iedereen welkom is, maar uiteraard kan zo’n groot gebied niet alleen maar openbaar zijn. Er wordt gewoond en gewerkt en dat is toch vooral een private aangelegenheid. En indien het gaat om betaalbaar wonen, ook daarvoor is aandacht in de Spoorzone. Denk aan het plan voor sociale woningen in een toren naast Talent Square dat er een tijd geleden lag.

Er worden ook veel aannames gemaakt. ‘Een derde heeft te weinig te makken om…’? Waar zijn de cijfers? Ik vind dit nogal een groot aandeel namelijk. Ook wordt er beweerd dat de Clarissentoren een ’tijdelijke woonplek’ wordt voor een door mevrouw Anguita rijkelijk gekleurd gezelschap. Een dergelijke toren (‘betonkolos’ genoemd, tja alles wordt gebouwd van beton. Vermoedelijk uw huis ook mevrouw Anguita), zal echt geen gebouw worden voor enkel en alleen de doelgroepen die hier worden geschetst. De appartementen zullen ongetwijfeld prijzig zijn, en zeker niet de doelgroep aantrekken die volgens mevrouw Anguita niet eens het geld heeft naar het centrum te reizen. Daar kan je wat vinden natuurlijk. De vergelijking met het Paleiskwartier in Den-Bosch is sowieso niet handig gezien het grote aantallen kantoorpanden daar. Dat is wezenlijk anders in de Spoorzone.

Mijn vraag aan mevrouw Anguita is dus eigenlijk hoe het feit dat er verschillen zijn tussen arm en rijk nu specifiek te maken heeft met ambitieuze stadsvernieuwing zoals in de Spoorzone? Het kan niet zo zijn dat je een ontwikkeling, die toch vaal organisch tot stand komt, zo moet sturen (en dus in de praktijk feitelijk tegenhoudt) dat er uiteindelijk niks gebeurt. Er wordt een valse tegenstelling gecreëerd door de koppeling te maken tussen arme mensen en ambitieuze plannen en dat helpt niemand.

Geef een reactie