Mijn krant

Gastbijdrage van Hans Rube; journalist, schrijver en burgerraadslid voor PvdA Tilburg.

Nog niet eens heel lang geleden reed de bezorger van onze lokale ochtendkrant op een fiets. Die zette hij dan even tegen een muur om bijna deur aan deur het gewaardeerde regionale dagblad in de bus te steken. Later kwamen ze op een brommertje. De adresjes lagen verder uit elkaar. Een paar jaar was het een echtpaar: de een stuurde en gaf gas, de ander schoof zonder af te stappen de kranten in de gleuf. In onze straat stopten ze nog maar driemaal. Tegenwoordig rijdt de bezorger elektrisch. Soms hoor ik de bus klepperen, tegen zonsopgang. Dan probeer ik te luisteren naar het mogelijk verder stilhouden van de bezorger in onze straat.

Dat gebeurt niet meer. Wij zijn de laatsten die nog ons eigen lokale dagblad lezen. Het doet pijn. De regionale krant, voorheen Het Nieuwsblad van het Zuiden en
tegenwoordig Brabants Dagblad, was ‘mijn krantje’. Ik werkte er met hart en ziel, vele jaren lang. Een fijn bedrijf, met hartelijke collega’s. Gedreven journalisten, die de beste krant van de wereld wilden maken. En als ons dat niet lukte, dan toch zeker van onze eigen leefwereld.

Oplage en dekkingscijfers van Brabants Dagblad blijven al een paar jaar achter gesloten deuren in de directiekamer van de Persgroep. Niet zo gek natuurlijk, want er komen nu al elk jaar minder advertentiegelden binnen. Ons straatje is lang niet het enige waar de krant niet meer gelezen wordt. Dat er wijken zijn waar vrijwel niemand meer een BD ontvangt wil men liever niet aan de grote klok hangen.

De vraag van dit moment luidt tot welk dieptepunt de krant kan zakken in oplage. Wie trekt er wanneer de stekker uit? Ik hoop dat het zover nooit komt, maar vrees het ergste voor de papieren regionale nieuwsvoorziening.

In ons straatje hoeft de bezorger van het BD straks ook niet meer te stoppen namelijk. Het is met pijn in mijn hart dat ook wij ons abonnement heb beëindigd. “Waarom”, vroeg het aardige meisje van de klantenservice. “Want misschien kan k u nog met een aanbieding overhalen te blijven.”

Ik moest haar teleurstellen. De ergernissen zijn de afgelopen maanden dermate toegenomen, dat de emmer is overgelopen. Taal- en spelfouten, tot daar aan toe. En, ach, iedereen kan wel eens twee ‘koppen’ maken met daarin ook twee fouten.
Maar de huidige Randstedelijke nieuwsselectie, de roddel en achterklap en daar bovenop de overdreven hoeveelheid niet ter zake doende columns stuiten me echt tegen de borst, gaf ik de bedroefde dame mee.

Sommige dagen lijkt het als ik dit AD/BD lees alsof heel Nederland wordt overspoeld met criminelen, de ene rechtszaak volgt op de andere overval of seks rel. Op de overige pagina’s is tussen het showgeleuter op goede dagen nog net een plekje vrij voor echt nieuws en achtergrondinformatie.

De nieuwe bazen van ‘mijn krantje’ lijken zich te willen meten met de pulp die op de commerciële tv-zenders en de radio wordt uitgezonden. Die rommel staat nu niet alleen in de roddelbladen, maar ook breed uitgemeten in ons vroeger zo betrouwbare dagblad. Om over de BD-site nog maar te zwijgen. Alsof de mensen die voor pulp warmlopen die bij een regionaal dagblad zoeken. Helaas voor de nieuwe redactiebazen: ook geïnteresseerde Tilburgse lezers die te vaak in hun regionale krant landelijke pulp hebben aangetroffen, stappen over op een serieuze krant of stoppen helemaal met een dagblad.

Voor mij is het na 38 jaar een afscheid, met pijn in het hart. Mijn regionale collega’s hier ter stede doen hun stinkende best een lek schip drijvend te houden. Helaas stappen ook op de redactie steeds meer ervaren mensen op die het ‘voor gezien houden’.

Dat is een teken aan de wand en op diverse punten slecht voor de samenleving.
Immers, de journalist hoort de waakhond van de democratie te zijn. Voormalig
burgemeester Peter Noordanus wees daar al eens op. De burgemeester toonde zich oprecht bezorgd over de teloorgaan, de kwaliteit en kwantiteit, van de regionale nieuwsvoorziening. Hij probeerde in zijn laatste jaar in Tilburg nog een discussie over de regionale journalistiek van de grond te tillen.

Hoe redden we de onafhankelijke, kritische lokale pers van de ondergang, was daarbij de insteek van Noordanus.

Het zou mooi zijn als diens prille mediaplan weer wordt opgepakt en verder uitgewerkt en als daar inderdaad, zoals hij beoogde, met Fontys, de regionale media, UvT, ondernemers en politiek een discussieplatform voor wordt opgericht.

De eerste gesprekken die we daarover met collega’s en de toenmalige burgemeester voerden waren inspirerend en veelbelovend in hun opzet. Of zo’n regionaal mediaplan uiteindelijk tot de oprichting van een investeringsfonds en de uitgave van een nieuw regionaal ‘papieren’ medium kan leiden valt nog te bezien. Het zou mij persoonlijk wel veel plezier doen.

Ik herken helaas veel van wat je schrijft, Hans. Als ik ergens mee kan helpen ooit?
Vr Gr
Arnold Verplancke

Geef een reactie