De Participatiewet, die op 1 januari 2015 is ingevoerd, en de daaraan gekoppelde bezuinigingen vanuit de Rijksoverheid, hebben grote gevolgen voor veel organisaties en mensen in de samenleving. Wie een bijstandsuitkering aanvraagt moet daarvoor een tegenprestatie leveren. In Tilburg is besloten dat deze tegenprestatie moet bijdragen aan de toekomstige mogelijkheden van mensen.
Een ander gevolg van deze Participatiewet is, dat de sociale werkvoorziening veel minder subsidie ontvangt vanuit de overheid. De sociale werkvoorziening is bedoeld voor mensen die vanwege een beperking niet voor de volle 100% arbeidsproductief kunnen zijn. Om deze mensen toch aan het werk te helpen wordt een substantieel deel van hun salaris betaald door de overheid. Door de jaren heen heeft de sociale werkvoorziening, in Tilburg en regio de Diamant-groep, al veel nieuwe regels en systemen meegemaakt en overleefd. Echter, de Participatiewet heeft een impact die desondanks ongekend is, en die grote veranderingen met zich meebrengt.
De financiële impact werd voor het eerst goed zichtbaar met de publicatie van de Begroting 2015 en de Meerjarenbegroting 2016-2018 van de Diamant-groep. Wie het exploitatieresultaat bekijkt op pagina 31, dat van €450.000 positief in 2015 wegzakt naar een kleine 3 miljoen euro negatief in 2018, kan zich afvragen of de Diamant-groep over enkele jaren nog wel bestaat. Ook oud-directeur Joost van Huijgevoort stelde die vraag in zijn opinie-stuk van december jongstleden.
De Tilburgse gemeenteraad, die de begrotingen maandag 26 januari ter goedkeuring op tafel had, wist er niet goed raad mee. Wat ook niet meehelpt is dat een toekomstvisie voor de Diamant-groep nog niet voorhanden is. Wethouder Erik de Ridder, en tevens bestuurslid van de Diamant-groep, probeerde de licht paniek onder de oppositiepartijen tot bedaren te brengen, door te zeggen dat de Diamant-groep voldoende reserves heeft opgebouwd op wat verliezen te kunnen opvangen, zodat er voldoende tijd is voor een nieuwe koers. Maar hoe, daar kon hij nu nog geen antwoord op geven, alleen kon hij toezeggen dat er voor de zomer een plan zal zijn.
Als de wethouder het niet weet, dan vragen we de Diamant-groep hoe het verder moet. Naar aanleiding van onze vragen worden we uitgenodigd door Robert Bool, algemeen directeur van de Diamant-groep, die ons graag wat meer helderheid wil geven.
Robert Bool legt uit dat de cijfers in de Meerjarenbegroting 2016-2018 weergeven hoe de financiële positie van de Diamant-groep er uit ziet als er niet wordt ingegrepen. Vanwege de Participatiewet wordt de sociale werkvoorziening afgebouwd. Nu werken er 2500 mensen in deze voorziening. Door natuurlijk verloop, zoals het bereiken van de pensioenleeftijd en overlijden, gaan er vanaf nu 120 mensen per jaar uit, ongeveer 6%. Voor de salarissen van deze mensen komt elk jaar minder subsidie van de Rijksoverheid: van €27.000,- per persoon per jaar nu naar €23.000,- in enkele jaren tijd. Van dit geld worden niet alleen de salarissen betaald, maar ook de begeleiding, aanpassingen op de werkplek en noodzakelijke middelen als werkkleding en schoeisel. Want ook de Diamant-groep moet zich, net als elk ander bedrijf, aan de arbo-wetgeving houden.
In de begroting staat dat de Diamant-groep zich meer moet gaan richten op de private, commerciële markt. Net als elk ander bedrijf moet de Diamant-groep, nog meer dan nu al het geval is, gaan meedingen in aanbestedingen om opdrachten binnen te halen.
Deze gedachtegang brengt de vraag op, of het bestuur van de Diamant-groep dan ook aan een nieuwe invulling toe is, aangezien het huidige bestuur uit alleen wethouders bestaat. Robert Bool: “De gemeenten zijn niet alleen opdrachtgever maar ook financieel risicodrager. Zij zijn geheel financieel verantwoordelijk voor de Diamant-groep. Anderen, bijvoorbeeld ondernemers, zijn dat niet. Dat is de reden dat wethouders uit de deelnemende gemeenten het bestuur vormen.” Hij geeft wel toe dat de combinatie van bestuurslid en wethouderschap soms een probleem kan zijn, omdat het voor komt dat een wethouder in het College soms een besluit moet nemen dat niet strookt met een besluit dat hij als bestuurslid heeft genomen in het bestuur van de Diamant-groep. Robert vertelt: “Een wethouder zei eens: “Als ik hier over de drempel van de Diamant-groep stap, zet ik een andere pet op, dan ben ik even geen wethouder.” Het meer-pettenprobleem kan soms lastig zijn.”
De discussie over het voortbestaan van sociaal eethuis De Pollepel, waarvan het college van B&W in Tilburg besloot om de subsidie van ruim een 100.000 euro dit jaar te halveren en volgend jaar zelfs compleet af te bouwen is hiervan een recent voorbeeld. Robert Bool legt het uit: “Het bestuur van de Diamant-groep besloot hierdoor om De Pollepel te sluiten om bedrijfsmatige redenen. Er moet namelijk ergens een grens getrokken worden als er elk jaar geld bij moet. Want als een activiteit een tekort heeft, betalen alle gemeenten in de regio mee. Maar de gemeenteraad heeft de wethouder opdracht gegeven om naar mogelijkheden te zoeken om De Pollepel open te houden.”
Toch is de samenwerking met commerciële bedrijven niet geheel nieuw voor de Diamant-groep. In de afgelopen jaren is al de nodige ervaring opgedaan door de Schoonmaak Coöperatie, waarin de Diamant-groep samenwerkt met commerciële schoonmaakbedrijven, Werkvoorzieningbedrijven WSD, Diamant-groep, Weener XL in gebied Tilburg, Eindhoven, Den Bosch. Hierin neemt de Diamant-groep vooral de schoonmaaktaken voor haar rekening die overdag moeten worden gedaan, zoals de schoonmaak van scholen. Deze samenwerking is succesvol en in deze vorm, waarbij bedrijven en de Diamant-groep samen eigenaar zijn, kunnen er ook ondernemers plaatsnemen in het bestuur van de Diamant-groep. In ieder geval zal dit voor het bestuursoverleg geagendeerd worden.
De grote vraag waar de Diamant-groep nu een antwoord op zoekt, is hoe de 120 arbeidsplaatsen die nu jaarlijks vrijkomen, zullen worden ingevuld. Of hier mensen zullen worden geplaatst die een beschutte werkplek nodig hebben, of dat hier mensen instromen die in opdracht van de gemeente vanuit de bijstand aan het werk moeten, of dat hier de Diamant-groep als detacherende organisatie mensen op reguliere werkplekken moet plaatsen. In de sociale werkvoorziening werden mensen al bij bedrijven geplaatst, waarbij het financieel risico bij de Diamant-groep lag.
Van deze 120 arbeidsplaatsen valt ongeveer een derde onder de noemer ‘beschut werk’, mensen met niet meer dan 30% arbeidsproductiviteit. Tilburg heeft met het Tilburgs Alternatief afscheid genomen van het beschut werk. Maar de gemeente Tilburg is niet de enige gemeente die via de ‘Gemeenschappelijke Regeling’ opdrachtgever is van de Diamant-groep. Ook de gemeenten Hilvarenbeek, Dongen, Goirle, Gilze-Rijen en Alphen-Chaam zijn opdrachtgever en hebben elk een wethouder afgevaardigd voor het bestuur van de Diamant-groep. Elke gemeente moet zelf kiezen hoe de Participatiewet wordt uitgevoerd voor haar eigen inwoners en dus ook zelf een keuze maken of er geld gereserveerd wordt voor ‘beschut werk’. Tilburg kiest daar niet voor en Hilvarenbeek volgt dit voorbeeld. De andere gemeenten zijn hier nog niet helemaal uit en hebben besloten om in ieder geval tijdelijk dit voorbeeld te volgen om uit te proberen of dit goed uitpakt.
Landelijk is hierover al veel discussie geweest en staatssecretaris Jetta Klijnsma heeft hierover al Kamervragen moeten beantwoorden. Voorlopig heeft zij aangegeven dat elke gemeente hier zelf een keuze in mag maken. Toch bestaat de kans dat zij, als de Tweede Kamer dat bij meerderheid eist, alsnog het regelen van ‘beschut werk’ aan gemeenten verplicht gaat stellen.
Robert Bool vat het samen: “De rode draad zou moeten zijn, dat het eerste jaar van de Participatiewet, dus 2015 een overgangsjaar is. Er is een financiële buffer opgebouwd om ellende in de toekomst te voorkomen. Er is nu voldoende tijd om voor de zomer een nieuw strategieplan te maken en die aan de gemeenteraden voor te leggen. Creëer geen onrust, want er is genoeg tijd om een plan te maken en dit jaar hebben we nog een positief saldo.”
3 reacties
Voeg die van jou toe →Hoi hier met mvr dirkx ik ben nu al een tijdje bezig om een gesprek met juli aantegaan samen met mijn coach van pijnenburg maar mijn coach krijgt tot nu toe geen reactie op zijn email en telefoontjes die hij pleegt voor mij dus bij deze doe ik het zo even zelf want mijn geduldig is al lang genoeg geweest dus ik hoop dat ik snel een antwoord gaat krijgen groetjes maaike dirkx
Deze gehele ontwikkeling rondom de Sociale Werkvoorziening in relatie tot de Participatiewet was voorspelbaar. De aanvankelijke wet Werken naar Vermogen, die politiek werd geblokkeerd, was behoorlijk anticiperend in de huidige situatie.
Daarbij werden alle mogelijkheden benut en mede daardoor de werkgevers als serieuze partner van de overheid gezien. Nu dreigt de zaak meer door de strot geduwd te worden over de ruggen van de gehandicapte en niet gehandicapte werkzoekenden! Wil men het succes veilig stellen, dan is een win-win-oplossing noodzakelijk. Een integrale oplossing en je niet verliezen in sectorale oplossingen.
Voorkom kapitaalvernietiging door de ellende te gaan financieren! Naar mijn stellige overtuiging zijn de gemeenten te regeling-georiënteerd bezig geweest en vastgeroest in divosa-achtige oplossingen. Het voor heel veel geld mensen brengen van uitkering naar werk. Doe het een, maar vergeet ook niet het werk te acquireren. Met andere woorden breng het werk naar de mensen en kies daarvoor de geëigende organisatievormen.
Er is inderdaad nog genoeg tijd om een “plan” te maken, maar er is helaas kostbare tijd verloren gegaan om een integrale ondernemende visie op tafel te krijgen. De politieke bestuurders hebben daar zelf belang bij en zouden daarom geen twee-petten-probleem moeten kennen. Zeker bezien in het licht van de voortschrijdende decentralisatie! Gefragmenteerd en budgettair handelen zal het petten-probleem alleen maar meer manifest maken. In mijn ogen de “dood in de pot” en het sein op ” ontsporen”!
Onrust rond de Sociale Werkvoorziening is er altijd geweest! Aanvankelijk werd de Sociale Werkvoorziening gezien als concurrentievervalsing vanuit de overheid. Later als schaamlap voor het bedrijfsleven, dat de sociale verplichtingen jegens de maatschappij verzaakte. Vervolgens werd de Sociale Werkvoorziening een financieel blok aan het been van de overheid o.a. door exploitatieverliezen en CAO ontwikkeling. Geleidelijk werd daarom door de Rijksoverheid de verantwoordelijkheid voor de Sociale Werkvoorziening naar de gemeenten geschoven. Eerst in de vorm van loonsombudgettering en later door instroombeperkende/uitstroombevorderende maatregelen. De exploitatierisico’s kwamen mede daardoor volledig bij de gemeenten te liggen.
Het motief van de Rijksoverheid om dit te doen werd mede ingegeven door het feit dat gemeenten in het verleden zelf misbruik hebben gemaakt van de Sociale Werkvoorziening door werkzaamheden te laten uitvoeren en mensen te detacheren tegen te lage tarieven. In het verleden heeft menige gemeente danook een fikse navordering gekregen van de Rijksoverheid. Zo ook de deelnemende gemeenten in de Diamant-groep ( voorheen de Dienst Sociale Werkvoorziening). Bij de genoemde doorschuiving van de verantwoordelijkheid naar de gemeenten zijn de meeste SW-bedrijven een meer bedrijfsmatige koers gaan varen om de exploitatie sluitend te krijgen. In de loop der jaren is de Diamant-groep daarin uitstekend geslaagd mede door het bedrijf ook beschikbaar te stellen voor andere doelgroepen.
De financiële buffer is daar een rechtstreeks gevolg van en de gemeenten werden in de loop der tijd ook gevrijwaard van de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage. Wat de Diamant-groep wist te realiseren is feitelijk een unicum, omdat veel SW-bedrijven in Nederland dit niet voor elkaar kregen en daardoor een blok aan het been bleven van die gemeenten en indirect van het Rijk. Met de Participatiewet heeft het Rijk daarom ineens schoonschip gemaakt en de Sociale Werkvoorziening een eindigheid meegegeven.
Huidige SW-ers behouden hun rechten, maar er komt geen instroom meer. De markt moet de arbeidsgehandicapte in de toekomst gaan opvangen en er komt dagopvang of beschutting voor de meest gehandicapte doelgroep. Met het bedrijfsleven werd een akkoord gesloten omtrent de op te vangen aantallen en als dit akkoord niet nagekomen wordt, dan dreigt de quotumwet! Er valt beslist nog meer te vertellen over deze ontstane situatie, maar laten we hier volstaan met het gegeven dat de Sociale Werkvoorziening in de knel is gekomen en dat er gevreesd moet worden voor het voortbestaan. De Participatiewet richt zich dus volledig op de markt en is daarmee volledig afhankelijk van de werkgevers en het economisch tij. Hapering zal dus veel gehandicapten achter de geraniums doen belanden wegens gebrek aan alternatief.
De werkgevers zijn in de praktijk aarzelend en zouden graag een voorziening willen behouden voor het beschutte werk. Ook blijkt nu, dat zij graag de Sociale Werkvoorziening willen behouden om hun quotum ook via uitbesteding te kunnen realiseren. Feitelijk komt hiermee de feitelijke bedoeling van de Sociale Werkvoorziening weer op tafel! Door de Participatiewet is ook de bezoldiging van de arbeidsgehandicapten drastisch neerwaarts bijgesteld, waardoor de exploitatiekansen van SW-bedrijven weer gaan toenemen. Er rust ook een behoorlijke expertise bij de SW-bedrijven die dan in leven kan blijven. Het zou eeuwig zonde zijn om deze kwijt te spelen en later weer op te bouwen.