Op vrijdag 15 oktober 2021 heeft het College van Tilburg de Begroting gepresenteerd voor 2022. Het stadsbestuur straalt van trots, want tegen alle verwachtingen in komt deze begroting uit op een positief saldo. ‘Stevig op koers en financieel kerngezond’ is dan ook de titel die de laatste begroting van dit College heeft meegekregen. En toegegeven: dit resultaat was alles behalve vanzelfsprekend in het afgelopen jaar, met eerdere vooruitzichten van tekorten oplopend tot 16 miljoen.
Desondanks moeten de Tilburgers ook dit jaar de portemonnee weer wat verder opentrekken. De ozb gaat namelijk met 2,1% omhoog en met de stijging van de afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn de inwoners in 2022 4,5% duurder uit.
Het financiële beleid van de afgelopen jaren heeft veel kritiek en zeer stevige debatten in de gemeenteraad opgeleverd. Op allerlei terreinen – zoals zorg, maatschappelijke ondersteuning en sociale zekerheid – zouden de kosten flink omhoog gaan. Doorgaans is dat voor een gemeente een reden om flink te gaan bezuinigen op sociale voorzieningen, waarbij de burger steevast de klos is.
Gemeente Tilburg heeft in de afgelopen jaren een andere strategie gekozen: ze is extra geld gaan uitgeven. Door geld goedkoop te lenen (de rente was en is immers erg laag) en dit te investeren in betere voorzieningen, was het de bedoeling dat de kosten omlaag zouden gaan terwijl deze voorzieningen in stand konden blijven. In stadhuistaal noemen ze dat ‘hefbomen’ en het belangrijkste ingrediënt was ‘maatwerk’.
Deze financiële keuze was op z’n zachtst gezegd spraakmakend, want als het mislukt, dan zit je met een schuld waarvoor de burgers weer opdraaien. En ook andere gemeenten, de Provincie (als financieel toezichthouder) en de landelijke overheid waren argwanend en hebben Tilburg sindsdien niet uit het oog verloren. Daarbij speelde bovendien mee, dat ook de Rijksoverheid zich keer op keer niet aan afspraken hield, en steeds gemeenten in onzekerheid liet over het budget dat beschikbaar zou zijn.
En nu blijkt dat het risico dat Tilburg hiermee heeft genomen, erg goed is uitgepakt. In het stadhuis, maar ook in andere besturen wordt opgelucht adem gehaald.
In haar laatste begroting doet het College een aantal voorstellen die de bedoeling hebben dat ook in het jaar van de verkiezingen de ingezette ontwikkelingen doorgaan. Er komt nog een schepje bovenop met een extra investering in onze sociale basis, stadhuistaal voor: het gewone leven.
Deze investering is bedoeld voor hulp aan jeugd en voor extra ondersteuning voor mensen in armoede, om de nood te lenigen. Daarnaast wil het College graag dat iedereen in de stad meer gaat bewegen en buiten spelen. Concreet houdt dat in, dat bij de nieuwe inrichting van ruimte buiten, meteen ook rekening wordt gehouden met de mogelijkheid om te spelen en te sporten. Als eerste zal dit idee worden toegepast bij de uitvoering van het Stadsforum inclusief Koningswei en het autoluw maken van de cityring.
Ten slotte is er ook geld beschikbaar voor de circulaire economie – minder afval en meer hergebruik -, voor de uitbreiding van het Makersfonds en voor extra inzet op toezicht en handhaving.