Discussie in de raad over 2,1 miljoen euro extra voor busstation

Het was slechts een korte raadsvergadering op maandagavond 29 oktober 2018, zo vlak voor de Begrotingsonderhandelingen van november. Zeker de helft van deze vergadering werd gebruikt voor een debat over de 2,1 miljoen euro die extra nodig is om het busstation af te maken.

De discussie spitste zich toe op de vraag of het de taak en rol is van een wethouder om controlerend op te treden ‘er bovenop te zitten’ op het moment dat contracten worden opgesteld en gesloten met bedrijven, zoals aannemers. In een eerdere discussie in de commissies had wethouder Berend de Vries immers gesteld, dat hij niet vond dat het zijn taak is om contracten te controleren. En maandag bleef ie daar in eerste plaats bij. “Dat is een specialisme die je niet kunt verlangen.” vond hij.

In een motie (voorstel) riepen LST, PvdA, Groep Jansen, SP en 50plus de wethouder op, om te erkennen dat “de verantwoordelijke wethouder van een groot project in de toekomst het wél als zijn taak en rol moet zien om op strategische momenten zelf meer betrokken te zijn bij de contractvorming en vervolgens meer moet controleren waardoor hij er ook zelf alles aan gedaan heeft om te proberen omissies in contracten en financiële tegenvallers voor de gemeente te voorkomen.

Het resultaat van de discussie was, dat Berend de Vries en de oppositiepartijen het eens werden. Namelijk dat de wethouder niet zelf contracten hoeft te controleren als hij daar geen verstand van heeft, maar wel ervoor moet zorgen dat meerdere deskundigen de taak gaan krijgen om deze controle te gaan doen.

De motie werd ingetrokken en vervangen door een nieuwe motie van dezelfde oppositiepartijen. Deze ging specifiek over de ruim half miljoen euro aan stortkosten. De eis was om reeds de volgende dag een brief te ontvangen van de wethouder, waarin dit bedrag wordt uitgelegd. De wethouder nam deze motie over en de volgende dag was de uitleg beschikbaar.

Geef een reactie