De herdgangen van Tilburg – Veldhoven-Goirke

In 13 verschillende beschouwingen gaan we de komende weken de herdgangen afzonderlijk onder de loep nemen. We kijken terug naar het verleden, de ligging, met een korte geschiedenis en bezien wat er nu nog van over is. Daarnaast herinneringen en verhalen met (oud)-buurtbewoners over het reilen en zeilen vroeger in zo’n buurtschap. Door de grote uitbreidingen van Tilburg na 1880 zijn er ook nieuwe buurten ontstaan die vroeger nog weiland waren, te denken valt aan Groeseind, De Besterd, en Theresia. Toch kunnen al deze buurten nog gelinkt worden aan de herdgangen van vroeger. Nu deel 10, de herdgang Veldhoven (Wilhelminapark) Goirke.

Herdgang-Veldhoven-1000
De kaart van 1890. De fabrieken van de spoorwegen liggen dan al zo’n twintig jaar achter het station.

De herdgang Veldhoven-Goirke geconcentreerd rondom het huidige Wilhelminapark, en met gezichtsbepalende straten als Goirkestraat, Veldhovenstraat, Hoefstraat, Koestraat, Besterdring en Gasthuisring vormt het centrale hart van Tilburg aan de de noordkant van het centrale akkergebied van ‘De Schijve’. Het is daarmee een van de grotere herdgangen van Tilburg. Voordat de andere herdgangen vorm kregen werden ook het voormalige kasteel en de Pijlijserhoeve tot de ‘Velthoven’ gerekend. Ook deze herdgang had zijn oorsprong bij een grote hoeve waarbij de naam s’Bonten Hoeve opduikt. Die lag ten zuiden van de Molenstraat, een straat die al sinds de 15e eeuw onder die naam bestaat.

Ligging

De ligging van de oude herdgang Veldhoven-Goirke was als volgt (van zuid naar noord): Het westen van de Noordhoekring, Gasthuisring, Wilhelminapark, Goirkestraat en de Kapelstraat tot aan het huidige Wilhelminakanaal, die tevens de noordgrens van de herdgang vormt. Daarmee grenzend aan achtereenvolgens de herdgang van De Rijt, De Hoevens en De Hasselt. De Oostgrens werd gevormd door de Hoefstraat en de Koestraat en daarmee grenzend aan de herdgang Loven.  Het zuiden van de herdgang liep tot onder het huidige spoor door, en door de Karrestraat die toen  ‘Donckerstraet heette, en liep van de Fabriekstraat helemaal door tot het huidige NS-plein. Deze straat vormde daarmee de grens met de Herdgang van De Heuvel. De zuidwestpunt van de Herdgang was zo’n beetje de verdwenen kerk van de Noordhoek, en het ‘Hagelkruis’.  Meer uitleg bij de korte geschiedenis. De driehoek van de herdgang bestaat uit meerdere driehoeken, met als buitenste kern Wilhelminapark, Julianapark en Rosmolenplein. Daarnaast zijn verschillende deel-driehoeken, waarvan Groeseindstraat, Hoefstraat, Molenstraat er één is.

Korte Geschiedenis

Veldhoven-Goorke-Kaart-van-Zijnen
De kaart van Zijnen uit 1760 met de herdgang centraal in het midden.

De herdgang van Veldhoven ontstond op een kruising van een aantal belangrijke wegen. Allereerst de oost-west verbinding met De Hoeven en De Hasselt naar de Veldhovense molen op het Rosmolenplein. Rond 1330 wordt al melding gemaakt van een molen op die plek. Daarnaast was er een oude heerbaan die vanaf de Korvel, Oude Markt, Nieuwlandstraat, Gasthuisring via Wilhelminapark doorliep naar Goirkestraat richting de Heikant en Loon op Zand.

In deze herdgang stond al heel lang prominent een molen. De molens van Tilburg waren allemaal in handen van de familie Back, de voorlopers van de Heren van Tilburg toen die Heerlijkheid Tilburg-Goirle in 1387 tot stand kwam. Eén van die Molens stond op het huidige Rosmolenplein, en heette toen de Veldhovensche Molen. Vermoedelijk het hoogste punt van de omgeving. De andere Molen stond op Korvel, in de Capucijnenstraat. De Veldhovense molen, ook wel Enthovense molen genoemd omdat ze dicht tegen de herdgang van Loven aanlag en het oude Goed  Inthout. Die vermelding stamt uit 1522, maar de molen is al ‘gezien’ in stukken rond 1300.

Uit archieven blijkt dat de molens lucratief werden. Ze waren verpacht en de prijs hiervoor in 1452 bedroeg 34 mud Rogge. Om een indruk te geven van die prijs, een gemiddeld gezin kon een jaar lang rondkomen van 6,5 mud Rogge, dus dat waren behoorlijke bedragen voor die tijd.  Meerdere herdgangen maakte gebruik van de molen, vooral omdat deze op de grens stond van de Herdgang van Loven en niet ver verwijderd was van de herdgang van de Heikant. In feite het gebied ten oosten en noorden van het huidige stadscentrum van Tilburg.

De eerder vermelde hoeve van het geslacht De Bont, die vlak bij de molen stond, zou later in eigendom raken van de Heilige Geest armenzorg in Tilburg. Die hoeve bevond zich vlakbij de Veldhovense molen, ten zuiden van de Molenstraat, ten noorden van Molenbochtstraat en tussen Besterdring en Koestraat. Het oorspronkelijke type van de molen was een standerdmolen. In 1889 werd dit type vervangen door een stellingmolen (zie foto)
De achtkante molen zou ook de naam ‘De Ruiter’ hebben gehad.
Die molen is in 1926 verdwenen, maar de achtkantige voet staat er nu nog. Uit 1670 is er overigens nog een ‘molenkaart’ bewaard gebleven die zich in het archief in Den Bosch bevindt.

135-Rosmolenplein-Molen
Tuerlingsmolen aan het Rosmolenplein. Stond vermoedelijk nog op dezelfde plek als de molen uit de 14e eeuw.

De herdgang van de Veldhoven grensde in de zuid-westelijke punt aan het ‘Hagelkruis’ . Vermoedelijk de oudste (romeins?) kerk of kruis van Tilburg, die in het midden lag op de snijvlakken van Korvel-Hasselt, De Heuvel en de Rijt, en de Veldhoven en Berkdijk. Op de kaart van Zijnen, opgemeten rond 1730 staat de plek prominent op de kaart. Er liep tevens een weg, de kerkweg genaamd, die doet vermoeden dat er een kerk of kapel heeft gestaan. Pierre van Beek schreef er in het Nieuwsblad van het Zuiden op 10 maart 1972 een uitgebreid artikel over.

Tussen de Bredaseweg en de Hart van Brabantlaan, ligt enigszins verscholen een rondom bebouwd pleintje, dat naar de naam van Hagelkruisplein luistert. Het kost niet veel hoofdbrekens bij deze benaming onmiddellijk te denken aan een veldkruis, dat de bedoeling had de boeren te beschermen tegen de vernieling van de veldvruchten bij hevige hagelslag. En dat is ook wel zo. Toch zit er aan zo’n hagelkruis heel wat meer vast. […] 

Dat kruis is er niet meer, maar aan een vroeger bestaan behoeft niet getwijfeld. In stukken van 1523, 1531, 1551 en 1569 wordt gesproken van een “hagelcruys in de Schijve”. De Schijf was echter zo groot. In het laatstgenoemde stuk worden enige bijzonderheden over de plaats van het kruis meegedeeld als men leest: “Totter selver Kercke (’t Heike) is alsnogh behoorende omtrent een loopensaets erffs, daer het Hagelcruys op staet, gelegen in de Scijve, om welch Hagelcruys men gewoonlijck is te gaen met processieën ende wordt ’t selve loopensaet erffs niet besaeyt noch beteult, noch oock met boomen de dese tijd beplant”. Het gaat hier dus over een perceeltje grond van de parochie ’t Heike ter grootte van een lopensaat. (Onze boeren zeggen nu “lups” en dan hebben ze het over het zesde deel van een bunder of ha.) Het perceel in kwestie was niet bezaaid. Er stonden geen bomen en het werd niet gebruikt. Wel stond er echter een hagelkruis, waarheen een processie placht te trekken.

Op de kaart van Verhees, die van 1792 dateert, komt geen kruis voor en op de kaart van Kuijpers van 1860 evenmin. Dit kan er op duiden dat het hagelkruis, waarvan hier sprake is, toen niet meer bestond. Diederik Zijnen daarentegen vermeldt het wél op zijn kaart van 1760. Hij tekent het aan het eind van de Boomstraat. Dat is derhalve achter de watertoren.”

Naamsverklaring

125-Kerk-Goirkestraat
De kerk aan de Goirkestraat rond 1900. Na een aantal schuurkerken kreeg Veldhoven/Goirke in 1 juli 1797 een eigen zelfstandige parochie en was afscheiding met de parochie van het Heike een feit.

De Veldhoven is afgeleid weer van het oude woord Hovel, een naam die we veel terugzien in Tilburg, een veld of akker bij een hoeve, gelegen aan een driehoekig plein.

Het Goirke, oftewel ‘Dat Goerken, of Goerke, stamt af van het Germaanse woord ‘Gura’, wat moeras (of laagland, slijk, vuil) betekent, we zien het veel terug als het woord ‘Goor’. ‘ke is het verkleinwoord ervan. Veel namen stammen uit het akker-en boerenverleden van de herdgang. Groes is een weiland, meestal in een lager, natter gedeelte. Vandaar de naam Groeseind, die lag aan de beek de Caurijt, die ontsprong als Hoogh Soeij ten westen van de Gasthuisring,

Herinneringen en anekdotes over de Veldhoven en Goirke

De kruising van Koestraat en Enschotsestraat was de grens tussen de herdgang van de Veldhoven en Loven.[/caption]

Over de Hasselt zijn veel herinneringen bekend. Op de website het geheugen van Tilburg van de oorspronkelijke plek.

Een kenmerkende verschijning op het grondgebied van de herdgang was de gasfabriek aan de Lange Nieuwstraat. In 1872 werd hij gebouwd, en leverde vanaf 1873 gas, omgezet uit steenkool. Rond 1909 waren bijna alle Tilburgse woningen en de straatlantaarns op dit gas-netwerk aangesloten. De centrale werd in 1958 gesloten en gesloopt, een sloop waar menig Tilburger niet rouwig om is geweest.

Henk van Mierlo schreef erover in het Geheugen van Tilburg:

In die tijd was ook het gasfabriek aan de Mincklerstraat  nog volop in bedrijf en dat had z’n consequenties voor de leefomgeving. Aardgas was nog niet aan de orde. Het gas werd gewonnen uit kolen en opgeslagen in grote gashouders op het terrein omgrensd door Mincklerstraat, Lange Nieuwstraat, Buitenstraat en Dr. Schaepmanstraat waar onder andere tegenwoordig het Energieplein is.

De vergaste kolen werden als cokes opgeslagen op het terrein op grote bergen, en dat bracht de nodige stofwolken met zich mee en ook de uitgestoten rook van het verbrandingsproces  was niet al te zuiver. Dit had tot gevolg dat vooral de daken van de huizen in de omgeving behoorlijk vervuild waren.

Ons huis had een vliering met een heel klein dakraampje. Dat zag helemaal blauw van de rook van het gasfabriek en de vliering lag vol met stof dat tussen de naden door van de dakplanken doorkwam. Niet echt gezond.

Een andere herinnering:

“ik woonde vroeger, meer dan vijftig jaar geleden, in de Minister van Sonstraat, een verbinding tussen het Theresiaplein en de Buitenstraat. Wij woonden thuis vlakbij ‘het plein’ en aan het eind van onze straat stonden drie immens grote ‘gashouders’, achter de muur van de gasfabriek.

Ze dienden om de gasvoorraad op te slaan en tevens om de gasdruk op peil te houden. Heel imponerend, want de hoogte varieerde van dag tot dag, afhankelijk van de gasproductie respectievelijk  het -verbruik.  

De gasproductie vond nog plaats door ‘simpel’ gas te winnen uit kolen. De Limburgse kolenmijnen konden er goed van bestaan en het gas zelf was voor de consument/afnemer niet te duur en ook alle straten in Tilburg werden er mee verlicht, via gaslantaarns met een of meerdere gaskousjes.  

Dit alles veranderde vijftig jaar geleden, bij wijze van spreken van de ene op de andere dag.  Er was “plotseling” een grote aardgasbel gevonden in Groningen (bij Slochteren) en na deze eerste “bel” volgden er in snel tempo meer. Het was goedkoop (‘het kostte niks’) en dus werd in recordtempo heel Nederland aangesloten op aardgas.  

In korte tijd werd ook de gasfabriek in Tilburg buiten gebruik gesteld, want er was ‘haast’ geboden:  het aardgas moest snel op want kernenergie kondigde zich al aan ….. én, dan zouden wij in Nederland “met al dat aardgas blijven zitten”.

138-KoestraatEnschotsestraat
Het begin van de Koestraat links, rechts de Enschotsestraat.

De heer van de Wiel legt op de website van het geheugen van Tilburg wat uit over de Koestraat, een belangrijke verbindingsweg vanuit de herdgang naar de Heuvel, waar de vee-markten gehouden werden.

“Op 21 oktober 1510, nu ruim 500 jaar geleden werd er een akte opgemaakt inzake de verkoop van een stuk grond te Tilburg. Jan van den Wouwer en Ghijsbrecht Jansz. Vermee, kerckmeesters der kercke van Tilborch, verkochten een lopensaet (plm. één zesde hectare) aan Symon Pauwels Heijsten. Het stuk grond lag bij die Coestraet bijden Hovel. Leuk. De eerste keer dat de Koestraat, vóór 500 jaren, zwart op wit werd genoemd.

De Koestraat was de verbinding van de herdgangen, noordelijk van Tilburg, met de veemarkt, die gehouden werd op een deel van de Heuvel. Ik vond ergens dat heel oude Tilburgers tegen het einde van de 19e eeuw het nog weleens over “d’aauw Koeimert” hadden als ze den Heuvel bedoelden. In 1868 werd de Koestraat bestraat met keien. En in de gemeenteraadsvergadering van 8 oktober 1881 kregen de Tilburgse straten ieder voor het eerst hun officiële naam. De straat die volgens de notulen van de vergadering, “van den overweg bij den Heuvel tot aan den Veldhovenschen molen” liep, wel, dat werd dus de “Koestraat”.

Die overweg ontstond toen in 1865 de spoorlijn werd aangelegd, dwars door Tilburg, waardoor de ginnekaant werd afgesloten van de stadse kaant. En het zou ongeveer een eeuw duren, tot de jaren zestig van de 20e eeuw, voor het Hoogspoor werd aangelegd, en een deel van de Koestraat voortaan NS-plein ging heten.”

Noot ) Alle cursiveringen zijn verhalen die (ten dele) gepubliceerd zijn op de website ‘Het Geheugen van Tilburg’ en op de website van ‘Cubra.nl’

het-jaar-013_blauw_rood_RGBAlle artikelen van de herdgangen en de links op een rijtje

Het lijkt me leuk als van deze pareltjes een lezingenserie gemaakt wordt met projecties van meer beeldmateriaal erbij en dan elke 14 dagen zo’n lezing geven, steeds in de buurt waar het over gaat. Je krijgt vast een leuke mix van buurtbewoners en belangstellenden voor je neus. En de geschiedenis van Tilburg wordt toegankelijk voor iedereen.

Geef een reactie