De herdgangen van Tilburg – Heuvel

In 13 verschillende beschouwingen gaan we de komende weken de herdgangen afzonderlijk onder de loep nemen. We kijken terug naar het verleden, de ligging, met een korte geschiedenis en bezien wat er nu nog van over is. Daarnaast herinneringen en verhalen met (oud)-buurtbewoners over het reilen en zeilen vroeger in zo’n buurtschap. Door de grote uitbreidingen van Tilburg na 1880 zijn er ook nieuwe buurten ontstaan die vroeger nog weiland waren, te denken valt aan Groeseind, De Besterd, en Theresia. Toch kunnen al deze buurten nog gelinkt worden aan de herdgangen van vroeger. Nu het laatste deel 13, de herdgang Heuvel en Oude-Markt.

Heuvel-Kerk-1830-1000

De herdgang van de Heuvel en de Kerk, is het huidige centrum van Tilburg. De herdgang is eigenlijk ontstaan als kruispunt (op de Heuvel) waar zo’n beetje alle belangrijke wegen van de herdgangen van Tilburg bij elkaar komen, en kreeg zo de positie om uit te groeien tot het stads-centrum van Tilburg. Alle andere herdgangen van de stad waren vanuit de Heuvel het makkelijkst en snelst te bereiken, en het valt ook op dat het precies ligt tussen de herdgangen van de Heikant en Goirle, en tussen Loven en de Rijt.

Maar bovenal staat de Heuvel synoniem voor de Linde, de boom die eeuwenlang het plein domineerde en een bindende factor speelde binnen het autonome Tilburgse herdgangensysteem. De meeste herdgangen en oude landgoederen hadden wel een prominente Lindeboom staan. Van oudsher werd onder de boom recht gesproken en de verklaring dat Tilburg van Tillia stamt, het latijns voor Linde, is plausibel.  De Linde op de Heuvel was een bijzondere. Al in 1662 verhaalde graaf De Monconys over de Linde.

Ronald Peeters schreef er het volgende over:  “Hij logeerde in De Gekroonde Zwaan op de Heuvel. In het boek Voyages de Monsieur de Monconys dans la Hollande (Parijs, 1667) staat dat de graaf vol bewondering de lindeboom aanschouwde, de kruin wel een omtrek had van 62 passen en dat de boom door 28 pilaren ondersteund werd. De boom moet toen al van een behoorlijke leeftijd zijn geweest. (…). 

Over het onderhoud van de lindeboom zijn vanaf de zeventiende eeuw tot heden vele gegevens bekend. Daaruit is ook af te leiden, dat de boom steeds gemeentelijk bezit is geweest. In 1638 werd door het dorpsbestuur 75 gulden betaald aan Jan Peter Nolen om een ‘stellinge te maecken onder de lynde op den Hovel’.”  Het is opmerkelijk dat al in 1638 speciaal gemeenschaps-geld wordt vrijgemaakt voor het onderhoud aan de Linde en dat geeft toch ook wel het belang weer.

Ligging

Heuvel Markt-Kaart-van-Zijnen-1760De grenzen van de herdgang van de Heuvel, en de kerk kunnen zo rond de 16e eeuw als volgt worden omschreven. In het noorden was de grens Fabriekstraat, Poststraat, Langestraat en de Karrestraat die doorliep tot aan het huidige NS plein als Donckerstraat, hierbij grenzend aan de herdgang van de Veldhoven. Het oosten werd begrensd door de Goudenregenstraat en de de Dunantstraat, de herdgang van Loven is hier de grens. De zuidelijke grens loopt van Nieuwstraat naar Varkensmarkt, Primus van Gilsstraat, Stevenzandsestraat en Vendeliersstraat tot het punt waar de Kruisvaarderssstraat bij de Piushaven uitkomt, grenzend aan de herdgangen van Korvel en Oerle. De westelijke grens vormt de Trouwlaan, Schoolstraat, Noordstraat tot aan de Fabrieksstraat.

De Nieuwlandstraat en de Noordstraat zijn een beetje de buitenbeentjes in de herdgangen van die tijd. Het is de belangrijkste verbindingsweg tussen de herdgang van de Heuvel en de herdgang van de Veldhoven en de Hasselt. Door de stichting van een tweede parochie in het Goirke op 1 juli 1797 gingen deze straten toch onderdeel uitmaken van de herdgang  van de Heuvel en werd de denkbeeldige lijn, waar nu het spoor loopt, tussen noord en zuid Tilburg daarmee definitief. Een tegenstelling tussen die we zelfs terugzien in het Tilburgse dialect.

Korte Geschiedenis

In 1316 is de eerste vermelding te vinden van een hoeve aan de Hovel. Het is evenwel niet duidelijk of hiermee ook wel de Heuvel bedoeld wordt. Uit oudere documenten blijkt dat ook Korvel werd aangeduid als ‘Hovel’, gezien de oudere bewoningsgeschiedenis niet onlogisch.  Wel had ook de abdij van Tongerlo een hoeve aan de Heuvel, in 1530 zijn de eerste geschriften daarover te vinden. Die hoeve lag op de hoek van de Tuinstraat en werd begrensd door de huidige Heuvel, Heuvelstraat, Langestraat en Spoorlaan, en werd later de Heuvelse Ackeren genoemd. In 1611 werd deze hoeve en de bijbehorende landerijen in diverse stukken publiekelijk verkocht.

Kenmerkend, zoals in de inleiding beschreven was ook de Lindeboom op de Heuvel.

Ronald Peeters schrijft in een artikel over de Lindeboom: ” Van goed ter Linde bij de Herdgang van de Heikant stond een befaamde linde. “In de archiefbronnen vonden we in 1390 de vermelding van de boerderij het ‘Guet terlinde’ en in 1429 is er sprake van ‘den Lyndacker aen die linde’. Daarmee wordt een akker aan het Lijnsheike bedoeld. Die boom werd in 1502 reeds ‘die oude Linde’ genoemd. In de buurt van het Kraaiven, ten noordwesten van het Hasseltplein aan de ‘Heydsijde’ stond in 1554 ‘die Hoollynde’.”

Pierre van Beek omschrijft de Heuvel vroeger als volgt:

“Eens was onze nu zo fraaie Heuvelring een zanderige en mulle driehoek. Een ovaalvormige brandkuil strekte zich uit van de Telegraafstraat tot de Spoorlaan en vanaf de Veemarktstraat tot aan de Amro-bank stond een rij hoge populieren. De lindeboom zou er van kunnen verhalen. Hij heeft het allemaal zien komen en zien gaan, maar hij zwijgt in filosofische berusting. Misschien wel omdat hij aan zichzelf genoeg heeft gehad, want ook hij is niet zonder kleerscheuren door de eeuwen geschuifeld. Zijn ouderdom wordt immers op 750 jaar geschat.”

Naamsverklaring

De naam ‘Hovele’, waar de Heuvel van af stamt, is een interessante oude naam. Het heeft niets maken met een verhoging in het landschap, daar gebruikt men in het dialect ‘Berg’ voor,  maar met een driehoekige plaats, tussen diverse boerderijen, meestal door heggen omgeven, en voorzien van een drenkkuil. Dus met andere woorden lijkt dat op een synoniem voor herdgang. Ander woord naast Heuvel is ook Hovel, een naam die je nog in Goirle terugziet.

Herinneringen en anekdotes over de Heuvel

Linde en Standbeeld Heuvel
Standbeeld Willem II en de Lindeboom rond 1930. De bomen links zijn de ‘zonen’ van de grote Linde.

Heel veel herinneringen natuurlijk aan de Lindeboom. Henk Kuiper plaatste op Picassa  een kleine tweehonderd ansichtkaarten uit de 20e eeuw.

Daarnaast is de Lindeboom ook veelvuldig het onderwerp geweest van schilderijen, tekeningen en andere kunstwerken.

In 1841 publiceert J.I.P. Nepveu de roman Tobias Morello’ met daarin de volgende passage.

“Wie Tilburg bezoekt ook wel enige uren onder de grote lindeboom zal hebben uitgerust, waarmee de Heuvel sedert onheuglijke jaren prijkt. Want – zo zeggen de inwoners – zo gij onze stad verlaat en de paraplu – gelijk zij de klassieke kruin naar haar vorm noemen – niet hebt gezien, dan waart ge in Rome zonder de paus gezien te hebben.”  “De Trots der Tilburgers waaronder men de groote regendruppels ontvliedt en het steken der zonnestralen vermijdt of waaronder sommigen, bij avondkoelte en schemer, zich in verliefde gesprekken verdiepen”

Pierre van Beek maakt er melding van in zijn artikel ‘De Heuvel in vroeger dagen’ gepubliceerd op 28 november 1970.

Ook het standbeeld van Willem II is een blikvanger op de Heuvel. Pierre van Beek verhaalt daarover op 30 mei 1975 in het Nieuwsblad van het Zuident:

“Het monument was in Den Haag in de nacht van 26 op 27 oktober 1853 opgericht. Door bijzondere omstandigheden geschiedde de onthulling pas op 23-3-1854. De in het voetstuk ingemetselde oorkonde vermeldde echter als onthullingsdatum november 1853, wat derhalve onjuist is. Wél een teken, dat de ontstane vertraging inderdaad “onvoorzien” was. Bij het demonteren van het beeld stuitte men op een loden, dichtgesoldeerde kist. Deze bleek – na de reeds vermelde oorkonde – te bevatten: twee boeken, in het Nederlands en in het Frans, over het leven van Willem II en loden afdrukken van gedenkpenningen. Dit alles werd in een nieuwe loden kist met een nieuwe oorkonde in het nieuwe Haagse ruiterstandbeeld ingemetseld.

Het transport van het oude beeld naar Tilburg vond op 15 mei 1924 plaats. Intussen was er in onze stad al gepalaverd over de plaats van heroprichting. Ter sprake kwam daarbij uiteraard het toenmalige Willemsplein, waarbij meteen verbonden werd de eerste in onze dagen gerealiseerde doorbraak van de Willem II-straat. Maar nu is het Willemsplein weer verdwenen! Ten slotte viel de keus op de Heuvel met als achtergrond de lindeboom, waarvan de kruin in die dagen nog een doorsnee van ca. 38 meter bezat. Er waren er wel, die er bezwaar tegen hadden, dat de koning met zijn rechterhand naar de showroom van de garage Knegtel wees als in een gebaar van: Gaat dat zien!… Er is dan ook over gedacht het beeld een slag om te laten maken doch dat ondervond nog méér bezwaren.

Ook een bezienswaardigheid was de etalage van AaBe op de Heuvel.

foto: Regionaal Archief Tilburg
Bij de bushalte, links vooraan met boodschappentas, mevrouw Van Dijk-Fijen uit Oisterwijk. Rechts van haar, haar dochter, mevrouw Van Elderen-Van Dijk. foto: Regionaal Archief Tilburg

Een etalage met reclame voor AaBe-dekens: een winterlandschap met herten en een arreslee, beladen met wollen dekens. De etalage was een begrip in Tilburg.

Gerard de Croon verhaalt op de website van Cubra:

“De showetalage voor AaBe-dekens op de Heuvel in Tilburg in een langvervlogen tijd. Dat was een etalage waar je als kind lang voor stil kon staan en kon wegdromen. Het panorama was levensgroot en levensecht.

Het logo van de AaBe-fabriek, dat ook als etiket werd ingenaaid in hun dekens,  toonde hetzelfde panorama. Er is op te zien hoe AaBe-dekens per slee worden afgeleverd bij een Eskimogezin. De slee werd getrokken door een rendier. Het rendier dat in al zijn majesteit het hoofd naar de toeschouwer gewend had, de slee met daarop de heerlijk warme AaBe-dekens die in heel veel Tilburgse huisgezinnen te vinden waren, de natuurlijk aandoende sneeuw, de tentachtige behuizing van het Eskimogezin, alles werkte mee aan een indringende kijkervaring. Je zou het een “must see moment” kunnen noemen.”

Rob Swagemakers legt op Facebook uit waar die etalage precies heeft gestaan:

Logo-AaBeWaar nu de bioscoop ‘Must See’ oftwel Pathé staat, was de etalage.  Daar was ook een bushalte. Het is tegenover het café l’ Industrie, en  daar zit nu eenbiefstukkenhuis. In de etalage stond een opgezet hert. Ik geloof met arreslee en al,
Het kon daar heel druk zijn. Men ging naar het werk op de fiets, dus allemaal, en passeerde de heuvel. Als er wat gebeurd was hingen daar bij de Tilburgse courant schoolboeken met het laatste nieuws. Er waren in die tijd twee kranten. De Tilburgsche Courant en het Nieuwsblad (van het Zuiden).

Kunstenaar Piet Hoofs merkt op: “vond altijd, als ik met de bus moest met mijn moeder, die rendieren zo prachtig, dat ik op mijn kop kreeg als te lang staan bleef om te kijken. Was een mooi tableau vivant.”

Noot ) Alle cursiveringen zijn verhalen die (ten dele) gepubliceerd zijn op de website ‘Het Geheugen van Tilburg’ en op de website van ‘Cubra.nl’

het-jaar-013_blauw_rood_RGB

Alle artikelen van de herdgangen en de links op een rijtje

Geef een reactie