In 13 verschillende beschouwingen gaan we de komende weken de herdgangen afzonderlijk onder de loep nemen. We kijken terug naar het verleden, de ligging, met een korte geschiedenis en bezien wat er nu nog van over is. Daarnaast herinneringen en verhalen met (oud)-buurtbewoners over het reilen en zeilen vroeger in zo’n buurtschap. Door de grote uitbreidingen van Tilburg na 1880 zijn er ook nieuwe buurten ontstaan die vroeger nog weiland waren, te denken valt aan Groeseind, De Besterd, Broekhoven, Theresia. Toch kunnen al deze buurten nog gelinkt worden aan de herdgangen van vroeger. Nu deel 6, de herdgang De Heikant.
De herdgang van De Heikant, oftewel ‘Heijsijde’ volgens haar middeleeuwse benaming, is de meest noordelijke herdgang van Tilburg. Het is ook al een oude herdgang, omstreeks 1300 werd het gebied rond ‘De Schans’ al ontgonnen, blijkt uit archeologisch onderzoek. Ook qua oppervlakte behoort het tot grootste Herdgang van Tilburg. Omdat de huidige weg naar Loon op Zand nog niet bestond ging ook al het verkeer via de herdgang de Heikant hierover naar het noorden. De weg richting Loon op Zand heette daar Moleneinde.
Centrale weg in de Herdgang was het Lijnsheike, die liep van het Julianapark voorbij huidige Wagnerplein tot aan de kruising met de Lehar-straat. De straat is bijna helemaal verdwenen. Vlak voor het kanaal resteert nog een klein stukje. Een andere belangrijke weg van de Herdgang was de huidige Lehar-straat, die van de driehoek van de Heikant en Lijnsheike naar de huidige Schans loopt. De Schans op de kaart van 1836 is nu de huidige Petrus Dondersstraat en heette vroeger de Moerstraat.
Ligging
De herdgang Heikant omvat het gebied grofweg ten noorden van het Wilhelminakanaal, ten oosten van de Stokhasseltlaan (en de oude herdgang Stokhasselt) en wordt aan de noord-en oost-zijde begrenst door heide die in die tijd tot Loon op Zand (in het noorden) en de ‘gemeinde’ (meer naar het oosten) behoorde. Gemeenschappelijke grond.
De zuidzijde van de Herdgang van de Heikant werd in vroegere tijden begrenst door drie stroompjes, de riviertjes Hoogh Soeije, Caurijt en Zwarte Rijt. De Hoogh Soeije stroomde van de Boomstraat naar Julianapark, waar hij uitmondde in de Caurijt. De Caurijt stroomde vanaf Julianapark naar kruising Heikantlaan-Quirijnstoklaan, verder oostwaarts langs de Sweelincklaan naar de grens met Berkel-Enschot. Daar heet de stroom dan Zwarte Rijt die verder naar het zuiden buigt en in de Moerenburg in de Leij uitkomt.
(zie de Kaart van Zijnen uit 1760) De linkerkant van de kaart is het zuiden, de bovenkant het westen, en de rechterkant het noorden Het is merkwaardig dat West-heikant in het zuiden ligt, en Oost-Heikant in het noorden. Een vergissing van de landmeter?
Korte Geschiedenis
De herdgang is dus ouder dan 1300. Een belangrijk landgoed tussen De Heikant en de Stokhasselt in, was ´Goed ter Linde. Op de kaart van Zijnen aangegeven als Lijns Hoek. De ingang van de voormalige hoeve was blijkbaar ook gelegen aan die straat. In 1367 is dat landgoed al beschreven in een schepen-acte. Martin de Bruijn schreef daar een uitgebreid artikel over.
“Het vroegste gegeven betreffende het Goed ter Linden is een Bossche schepenakte van 12 juni 1367 waarin Peter zoon van wijlen Reinier van Mechelen een aantal goederen overdraagt aan Wouter Clemensz. van der Amervoort. Hiertoe behoorde een erfelijke pacht van één mud en vijf lopen rogge, die Wouter aan Reinier van Mechelen beloofd had ‘uit de hoeve geheten Ter Linden, die van wijlen Reinier was geweest, gelegen in Tilburg’..“.
Een ander belangrijk kenmerk van De Heikant, was net als in de Berkdijk en de Hoeven, de draaiboom, oftewel ‘de dreijboem’ genoemd. Die bevond zich aande Kromstraat, de verbindingsweg tussen de herdgang van De Stokhasselt, waar de drenk, het Hoolven (Hoelven) lag richting de eerste driehoek bij de Lehar-straat. In de archieven staat deze Draaiboom bekend als de ‘Heijdsijdsche Dreijboem’. Er kunnen in de Heikant meerdere draaibomen hebben gestaan, maar deze wordt in de stukken het meest genoemd, waarschijnlijk doordat het ook de grens markeerde tussen de herdgang van de Stokhasselt en de Heikant.
Een Draaiboom diende ervoor om het vee, dat op de heide liep, weg te houden van de akkers en de weilanden. De bedoeling was om het van maaien en begrazen in goede banen te leiden Die slagbomen zorgden daarvoor. Ter controle werd waarschijnlijk een bezoldigde draaiboom-wachter ingeschakeld.
De abdij van Tongerlo had hier ook bezittingen, namelijk de ‘Tongerlosche Hoeff bij dat Hangende Rijs aan die Gruenstraat’. Deze hoeve lag in de omgeving van de Rugdijk en werd al in 1372 aangeduid als ´dat Aude Goet´bij Het Hangende Rijs. Mogelijk vormde deze hoeve ook een onderdeel van de transactie van Willem Bac die in 1309 land en landerijen overdroeg aan de abdij van Tongerlo (Zie de Herdgang van Oerle).
De belangrijkste en meest markante bewoner van de Heikant was Peerke Donders die in de Moerstraat is geboren. Vlakbij zijn geboortehuis is nu het Peerke Donderspaviljoen.
Paul Spapens schreef in 2002 :”De veruit belangrijkste stoffelijke herinnering aan Peerke Donders is het complex van geboortehuisje, kapel, monument, put en bedevaartpark in Tilburg-Noord. Het geheel staat sinds 1 januari 2002 op de rijksmonumentenlijst. Het oorspronkelijke geboortehuisje is kort na de dood van vader Arnold Donders in 1835 afgebroken.(13) Op 26 oktober 1930 werd de eerste steen gelegd van de reconstructie op de oude fundamenten. Het huisje dat er nu nog staat werd herbouwd in de oorspronkelijke vorm en afmetingen. In 1931 op 14 januari, de sterfdag van Peerke, werd het huisje onder grote belangstelling ingezegend. In 1998 is het huisje met medewerking van het Nederlands Openlucht Museum in Arnhem gerestaureerd.(14) Onder meer het schilderwerk is teruggebracht in de staat van begin 1800. De knowhow is ingebracht door het museum. De kennis is opgedaan bij de restauratie van drie uit Tilburg afkomstige arbeidershuisjes”
Naamsverklaring.
De naam Heikant is een vrij duidelijke en heeft een topografisch karakter. Heijsijde, de kant van de heide. Dit was ook een hoger gelegen gedeelte van Tilburg. Het zuiden van het gebied, waar de Leij stroomt en waar het ook vaak moerassig was, werd toen aangeduid als Broecksijde, het natte, moerassige gedeelte.
Over de naam De Schans daar is wel wat over geschreven. Pierre van Beek schreef in Nieuwsblad van het Zuiden in zijn rubriek ‘Taalplastiek’ het volgende erover. ”
In de krijgskunde is een “schans” een in het veld opgeworpen versterkingswerk, meestal in de gedaante van een vier-, vijf- of zeshoek. Het kan ook een wal of dijk zijn. Bestaat er nu enige grond om aan te nemen, dat daar bij de Rugdijk vroeger een omwalling heeft gelegen? Mr. H. Hardenberg meent van wel in “Van Heidorp tot Industriestad”.
In zijn studie over “Het ontstaan van de vrijheid Tilburg” zegt hij daar iets over. De schrijver wijst op de merkwaardige oude ridderhof van Enschot. In de 15de en 16de eeuwse Brabantse leenacten komt deze ridderhof, die tot het eind van de 18de eeuw een Enschotse enclave in het gebied van de heerlijkheid Tilburg vormde, voor als hof ten Dyck. Deze naam kan men terugvinden tot in het begin van de 14de eeuw. De schrijver verwijst naar een reeds in 1244 bestaande hoeve Dijck te Duffel in België. Volgens een omschrijving van een acte uit 1625 was deze hoeve gelegen binnen een omwalling, genaamd de “Stormschans”. Ook hier dus een schans.
“
Herinneringen en anekdotes over De Heikant
Mevrouw van der Heijden in het Geheugen van Tilburg over het Wit Paardje:
“Het Café Het Wit Paardje zien in dezelfde tijd. Op die plaats is nu een Supermarkt (Em-Té) gevestigd.
Het Wit Paardje was in 1857 begonnen als herberg aan het Lijnsheike, thuishaven voor veel verenigingen in die tijd. Bij het honderdjarig bestaan was de familie Cruyssen-van Avendonk eigenaar en liet bij die gelegenheid een heus schilderij van het Oude Cafe vervaardigen. Eigenaar Jac. van Beurden organiseerde in 1883 een concert in zijn cafe ter gelegenheid van de Opening van een Nieuwe Buitenzaal en een Schommel. Eigenaar Adr. Schellekens liet in 1909 een nieuwe Schietbaan aanleggen voor de Handboog-schietvereniging Vice-Versa (Bron: Beeldonline Regionaal Archief Tilburg en het boek Heikant/Stokhasselt toen en nu; 2002).
In de jaren vijftig en zestig waren er in Het Wit Paardje op zondagavonden dansavonden voor de Tilburgse jeugd, met veel live-muziek: rock-and-roll, beat e.d. Het was een van de vele dancings voor de Tilburgse jeugd. Ik geloof dat zelfs ‘Sandra en Andres’ er hebben opgetreden, evenals vele toen populaire en talrijke popbandjes zoals The Mental Bats, Les Chruches, Les Copains. (Opvallend veel franse namen, meer dan Engelse). Ook waren er in Het Wit Paardje in die jaren veel verenigingen ’thuis’, zoals bv. de Toneelgroep Masker.
Meneer Sparidaans in het Geheugen van Tilburg over Pirke:
En op de terugweg naar huis voelde je je dan “trots” omdat het toch maar een Tilburger was die onder de melaatsen was gaan werken. Hij had er toch maar mooi voor gezorgd dat ze allemaal in de hemel kwamen, of niet soms …..?
Maar buiten Tilburg kende vrijwel niemand hem. Ik herinner me nog dat ik in 1958 in Den Bosch ging werken. Wat “een schlemiel”, vonden sommigen hem daar toen. “Wie gaat er nou tussen melaatsen wonen”, vroegen ze me dan.
Pierre van Beek schreef in het Nieuwsblad van het Zuiden op 17 juli 1971 over Peerke Donders het volgende:
“Laten we thans ook nog de schijnwerper zetten op Peerkes familie en zijn levensmilieu aan de stille Moerstraat. Zijn in Tilburg op 9 oktober 1755 geboren vader heette kerkelijk Arnoldus Dionysius Donders, doch voor de burgerlijke stand deed hij het met de voornamen Arnoldus Pieter. Oorspronkelijk woonde hij in Loon op Zand, waar hij 13 september 1789 met Johanna van Wanroy trouwde. Deze stierf reeds twee jaar later zonder hem kinderen geschonken te hebben. Nadien is vader Donders nog drie keer getrouwd. Bij zijn tweede vrouw Johanna Maria van der Waarden kreeg hij drie kinderen, twee jongens en een meisje. Peter Arnold stierf één dag na zijn geboorte, Johannes na drie dagen. Het meisje Adriana werd iets ouder dan 14 jaar. Het overleefde haar moeder twee jaar. Dit huwelijk had vijftien jaar bestaan. Voor de derde keer trouwde vader Donders met Petronella van de Brekel. Hij woonde toen al aan de Moerstraat te Tilburg. Zeker niet later dan 1798 was hij van Loon op Zand naar Tilburg verhuisd. Uit dit huwelijk werd “Peerke”, met de doopnaam Petrus, geboren op 27 oktober 1809, weliswaar gezond, doch zwak van gestel. Hij kreeg 28 mei 1811 nog een broertje Martinus bij, die – zoals reeds gezegd – een hoge rug had. Deze bereikte de leeftijd van 45 jaar. Hun beider moeder Petronella was echter al zes jaar na de geboorte van Petrus gestorven nl. op 21 februari 1816, nog slechts 47 jaar oud. Vader Donders vond ongetrouwd zijn toch maar niets. Nog geen twee jaar later trouwde hij voor de vierde keer en wel met de Udenhoutse Johanna Maria van de Pas. Peerke had nu dus een stiefmoeder. Kort na de dood van haar man is deze naar Enschot verhuisd.”
Noot ) Alle cursiveringen zijn verhalen die (ten dele) gepubliceerd zijn op de website ‘Het Geheugen van Tilburg’ en op de website van ‘Cubra.nl’
Alle artikelen van de herdgangen en de links op een rijtje
- De inleiding: In vogelvlucht door het verleden
- De herdgangen: – De Stokhasselt – Oerle – De Reit – De Berkdijk – De Hoeven – De Heikant – Loven – Broekhoven – De Hasselt – De Veldhoven-Goirke – Korvel – Goirle en nummer 13 – Heuvel/Markt
Erg leuk!
Ik ben bezig met een verhalenbundel over Lijnsheike 86 waar drie generaties van mijn familie hebben gewoond. Van 1900 tot begin jaren 70. Ikzelf ben in hetzelfde huis geboren als mijn moeder evenals mijn andere broer en vier zussen. We hadden er een geweldige tijd! Onze ouders zijn gestorven, hun graven zijn geruimd, veel verhalen verbleken en raken in de vergetelheid. Als eerbetoon aan onze ouders willen we ze vastleggen. Gelukkig heb ik veel, inmiddels gedigitaliseerde foto´s uit die tijd.
Leuk nogmaals dat er meer mensen mee bezig zijn.
Als iemand interesse heeft laat dan graag wat weten.
Ik lees heel veel fouten vooral over het lijnsheike,wat dacht je van het stuk lijnsheike (waar ik geboren ben) dat nog steeds bestaat. tussen beethovenlaan en leharstraat.
bovendien leharstraat vanaf lijnsheike ri kerk heette toen heikant, en het andere stuk heette moleneind.
Weer mooi stukje..
John, je schrijft: “De linkerkant van de kaart is het zuiden, de bovenkant het westen, en de rechterkant het noorden Het is merkwaardig dat West-heikant in het zuiden ligt, en Oost-Heikant in het noorden. Een vergissing van de landmeter?”
Maar het klopt volgens mij wel: West-Heikant ligt nu eenmaal zuidelijker dan Oost-Heikant (vandaag de dag nog steeds hoor)